Dan zou een telefoongesprek tussen hem en mij - zijn zus - er zo uit kunnen zien (transcriptie van wat ik zeg. Wat hij zei, kon ik zo snel niet mee pennen. Wat hij zei was ook minder interessant, want dat is allemaal al eens opgeschreven en dus kan dat als bekend verondersteld worden):
Ergens aan het begin der moderne tijd:
'Hey, broer, lang niet gehoord.... Alles kits?'
'Hoezo, druk?'
'Drukke dagen... Tja... wat is er aan de hand dan?'.
(luisterende stilte mijnerzijds)
'Sorry...?'.
(luisterende stilte mijnerzijds)
'Je hebt ... wàt!?'.
'Pardon?'
'Want....?'.
'En was dat nodig?'
'Hoeveel zeg je?'
'Voorgoed?'
'Weet je wel wat de consequenties daarvan zijn?'
'Was het haar eigen schuld?'.
'Zei ze dat?'.
'En toen werd je kwaad'.
'Vind je dat nu zelf ook niet een beetje kinderachtig?'.
'Ja, dat vind ik'.
'Wat zegt papa daarvan?'
'En heb je mama hierover al gesproken?'.
'Niet. Nee, daar zou ik ook maar even heel voorzichtig mee zijn als ik jou was. Dit gaat ze Echt Niet leuk vinden'.
'Nee, natuurlijk niet. Stom van je'.
'Ja, heel heel heeel stom'.
'En, ongelooflijk naief ook. Stom en naief'.
(korte stilte, waarna een lichte stemverheffing van mijn kant volgt):
'Je hoeft niet gelijk zo te gaan schreeuwen! Je moet je niet gelijk zo op je pik getrapt voelen als ik het niet gelijk met je eens ben'.
'Nee, ik vind het Stom en daar blijf ik bij'.
(korte stilte)
'Stom, naief en ook nog eens ongelooflijk gevaarlijk.
'Ja, je weet toch hoe die vrouwen zijn. Leg je ze een strobreed in de weg, dan kaatst dat onherroepelijk op een dag naar je terug. Wat ik je brom'.
'Ja, natuurlijk zou ik dat ook doen. Ik ben toch een vrouw. Leer mij de vrouwen kennen'.
(korte stilte)
'Hoe meer je vertelt hoe stommer het wordt. Volgens mij kun je je nu het best een tijdje gedeisd houden'.
'Noem het onderduiken als je wilt en ga er vooral hard tegenin ... Heel verstandig van je. Waar zit je denkvermogen? In je grote of je kleine teen! Sukkel'.
'Nee, natuurlijk niet. Natuurlijk gaat dit repercussies geven'.
'Ja, dat weet ik zeker'.
(korte stilte)
'Luister nou eens even, broer. Eerst verban je ze. Man en vrouw. Terwijl alleen zij tegen je in is gegaan. Tegen je lullig gebodje. Vervolgens straf je haar nog eens met barensnood.... Hoe meedogenloos wil je het hebben. Eerst was alles goed. Tous ging volgens plan. Jouw plannetje. Vervolgens worden ze zelfstandig en dan ontneem je ze alles. En straf je ze daarboven op ook nog een.s Terwijl je ze naar jouw beeld geschapen hebt! Dus, eerst maak...'.
(korte stilte)
'Laat me nou even uitpraten'.
'Laat me even uitpraten!'.
'Hou je kop nou es even en luister'.
(korte stilte)
(zucht)
'Ja'.
'Jahaaa'.
'Nee'.
'Had je dat zelf niet kunnen zien aankomen dan?'
'Ja, natuurlijk wil ze meer kennis'.
'Nou, dat begrijp ik wel. Waarom verbied je dat dan ook? Zeg er dan niets over, slimmie. En zet - in de eerste plaats - zo'n boom er dan Daar niet neer'.
'Ja maar, waarom dan juist Daar! Dat is toch vragen om moeilijkheden. Zeker als je dan ook nog gaat melden dat die Daar staat'.
(korte stilte)
'Training?'
(korte aandachtig luisterende stilte)
'Dat zou ik toch ook willen?'
(korte stilte)
'It's al in the family, broer...'.
'Naar jouw beeld een eigen speeltuin creeren, betekent dat je ook je familie-eigenschappen daarin meegeeft'.
'Ja, dank je voor je compliment, maar dus inderdaad ook mijn eigenwijzigheid'.
'We zijn toch familie!'.
'Godsamme, doe niet zo achterlijk'.
'Hoezo mag ik dat niet zeggen?'.
'Je hebt wat!?!?'.
'Hoe moeten ze je noemen?'.
'Met een hoofdletter?'
(schampere lach)
'Laat me niet lachen'.
'Moet ik me daar ook aan houden?'
'Laat me niet lachen'.
'Wat zegt papa daarvan'.
'Waarom niet?
'Je bent zeker bang voor zijn reactie'.
'Lafbek'.
'Ja, je bent een lafbek. Of zo je wilt, een Lafbek'.
'Alsjeblieft'.
(korte stilte)
'Nou, weet je... ik geloof het wel...'.
'Wat!?'
'Opschrijven!?'
'En wie moet dat dan gaan doen?'.
'Zij?'
'Zijn het je marionetten dan!?'
'Hoeveel?'
'Ben je nou...?
'Je gaat.... wàt?'
'Aah, joh, doe niet zo onnozel'.
'Dat valt onder zwarte magie...'.
(korte stilte)
(zucht)
'Daar kan je wel om lachen, maar ik krijg daar een heel naar gevoel van'.
'Na 6000 jaar pas?'.
'Volgens welke telling?'.
'Ja, maar dat komt niet overeen met hoe het is!'
'Ahhh, dat is flauw'.
'Dan raakt iedereen die daarin gelooft toch in de war?'
'Dat is inderdaad de ultieme illusie...'.
(korte stilte)
'De ultieme illusie...'.
(korte stilte)
'Ik snap het...'.
'Nee, ik keur het niet goed'.
'Dat is iets anders'.
(korte stilte)
'En wat gaat hij dan doen?'
'Met een hoofdletter...? Waarom?'
(schampere lach)
'Omdat hij je zoon is....'.
'Je bent echt niet goed bij je hoofd...'.
(korte stilte)
'Voel je je wel helemaal lekker?'.
'Waarom zit daar nog 2000 jaar tussen?'
'De ultieme illusie....'.
(stilte)
'Ja, ik begrijp het'.
(stilte)
'Nee, ik keur het niet goed'.
(stilte)
'Weet ik nog niet. Ik moet hier even over nadenken'.
(stilte)
'Dat merk je dan vanzelf wel'.
'Misschien'.
'Ook dat merk je dan vanzelf wel'.
'Ja'.
'Nee, ik wens je geen succes. Integendeel'.
'Oke'.
'Nou...'.
'Dag dan maar'.
'Dahaag'.
Klik.
Verbinding verbroken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten