vrijdag 30 december 2016

Leven

Wat wil het leven van mij?
En, wil ik dat ook?

Een bespiegeling over Willen en Zijn.


'Tot de volmaaktheid behoort dat men in zekere zin willoos wordt', aldus een kloosterling in 1958.

'Volg je verlangens', aldus de Kabbalisten.

'Do what thou wilt. Love is the law, love under will', aldus magiër Alistair Crowley.

Wat van het bovenstaande is waar of... wat van het bovenstaande Wil ik?

Is mijn verlangen de richting die 'het leven' mij geeft?
Of, is mijn verlangen mijn egocentrisisme dat mij afhoudt van het bereiken van … een vervuld leven? Dat waartoe ik op aarde ben. Mijn bestemming.

Het eindpunt... dat wat een spiritueel mens hoopt te bereiken. De hemel. Het Nirwana. Al of niet fysiek. Al of niet op aarde.

Is dit te bereiken via het opheffen van de Levenswil?', zoals Schoppenhauer ons voorhoudt. Hier zou volgens hem immers alle lijden uit voortkomen.

Of juist door volhardend te blijven willen en verlangen....?

Welke weg is de brede en welke de smalle...?
Gaat het – anders geformuleerd – om het contemplatieve of actieve?
Gaat het om de ascese of om het dagelijks praktische?

Handelen of Zijn?
Willen of Zijn...?

Wat Wil ik?

Heb ik iets te willen of gaat het om het meebewegen van de Boeddisten?
En zo ik al iets heb te willen, wordt het dan ook zoals ik het voor me zie?

The Secret... de stroming die het advies geeft te materialiseren wat je verlangt vanuit je Willen door te visualiseren, te affirmeren en moodboards te afficeren.*

Het kan werken.
Spot on.
Maar soms ook helemaal niet.

Hoe komt dat?

Heb ik dan niets te willen? Wil ik het verkeerde? En wie bepaalt dan wat verkeerd is en wat niet?
Soms werkt het wel en soms werkt het niet. En wat is dan het mechanisme dat hier onder zit …. of ligt?

Heb ik iets te willen?

Als ik niets heb te willen, kun je komen tot de uitspraak:

'Omstandigheden hebben mij gemaakt tot wie ik ben'. Deze uitspraak hoor je weleens voorbij komen. Opgetekend uit de mond van iemand die naar eigen mening 'nogal wat voor de kiezen gekregen heeft' en vanuit die optiek besloten heeft dat het gerechtvaardigd is om bijvoorbeeld een consequent harde opstelling naar mede-mensen te hebben.**
Een 'zelf-gerechtvaardigd' slachtofferschap met een neiging tot nihilisme valt hierin te bespeuren. Elke vorm van Willen is hier vakkundig uit gesleuteld. Op het fatalistische af. 'Ik heb niets te willen. Ik ben slachtoffer van de omstandigheden. En daarom ben ik zo'.

Punt.

Laatst las ik een tekst waarin gesteld werd: 'Niet de omstandigheden hebben mij zo gemaakt. Mijn Keuzes binnen de omstandigheden hebben mij gemaakt tot wie ik ben'. Het was ondertekend met The Villains. De Schurken.

Dan rijst bij mij de vraag: 'Hoe komt het dat Willen en daarmee de noodzaak tot het maken van keuzes zo vaak op het conto komen te staan van Slechteriken?

Alistair Crowley, de eerder genoemde magiër, was nou niet iemand van onbesproken gedrag.
Hij was op enig moment zelfs een echte zwarte magiër die een ritueel optuigde om je te ontdoen van je beschermengel.
En de slechteriken die zich niet zomaar neerleggen bij de omstandigheden, maar zich bewust zijn van de keuzes die zij zelf maken, binnen die omstandigheden....

Het lijkt allemaal niet te pleiten voor het hebben van een Wil.

En toch...

Toch is er iets met die Wil.

Binnen spiritualiteit hebben we het vaak over de Vrije Wil van de spirituele mens.

De Vrije Wil. Dat wat ons de mogelijkheid geeft ons 'karma' te leven en keer op keer hetzelfde pad af te lopen, of te leven vanuit onze spirituele kern en routines te doorbreken.

De vrije wil die ons leidt over ons levenspad. De brede weg. De smalle weg. Besneeuwde kronkelpaden die in het maanlicht glinsteren van de ijskristallen. Modderige polderpaden. Bospaden bezaaid met blaadjes, dennenappels, eikeltjes, paddenstoelen. Trottoirs met stoeptegels. Wegen met kinderkopjes. Asfalt. Goud. Paden van zand. Kiezelstenen. Droptoffees.
Allemaal plaveizels van onze eigen innerlijke binnenwegen. Die hun weerschijn krijgen in de ons omringende buitenwereld.
Een buitenwereld die we afwisselend tegemoet kunnen treden. Door de ene keer te Willen, te willen hebben, te willen overwinnen en te willen om actief te kunnen kiezen.
En de andere keer te Zijn, vanuit contemplatie, passiviteit, rust, meditatie, herstel, een pas op de plaats, overgave aan het leven.

Als een organische, immer circulerende beweging. Van binnen naar buiten en weer van buiten naar binnen. Geven en nemen. Eb en vloed. De beweging van volle maan via afnemende maan naar donkere maan en weer terug naar volle maan via de wassende maan. Cyclisch, organisch, zoals het leven is.

Vertrouwend op zoiets als goddelijke timing. De timing die ook de seizoenen naadloos aanstuurt. Een natuurlijk proces. Dat zich altijd elk jaar weer voltrekt. Waar je op kunt vertrouwen.
Een timing zo accuraat dat je, in aanmerking nemend dat we zelf een stukje natuur zijn, bij de gedachte hieraan met een gerust hart zou kunnen stellen:

'Ik ben altijd op het juiste moment, op de juiste plek met de juiste mensen'.***

Dit geeft vertrouwen. Zelfvertrouwen.
Een vorm van zelfvertrouwen die het Willen en Zijn in elkaar doen vallen.
Met een verheven woord kom je dan uit op het nog ontbrekende ingrediënt van The Secret:

'Destiny tuning', je afstemmen op je bestemming. Vanuit Liefde. Vanuit Voelen. Vanuit Leven.

En ze leefden.
Ze leven.
Leven!



* opplakken.
** ik maak hier een onderscheid tussen een consequent harde opstelling naar mede-mensen toe en een harde opstelling naar mede-mensen toe op momenten dat dit noodzakelijk is vanuit het oogpunt van bijvoorbeeld zelfbescherming of bescherming van anderen. Het uitgangspunt is de juiste houding op het juiste moment. Flexibel meebewegen met emoties die bij voorkeur geplaatst zijn onder de regie van het Zelfbewustzijn in plaats van een fixatie op steeds hetzelfde gedrag, zoals bijvoorbeeld een harde opstelling naar anderen toe.
*** met inbegrip van de momenten waarop het moeilijk is en je liever op een andere plek wilt zijn met andere mensen in andere omstandigheden.

vrijdag 1 juli 2016

De man die zijn zielshelft misliep.

Over hoe de voorzitter van de landelijke partij het Statige Reformatorische Genootschap (SRG) Karel van der Plas de ontmoeting met zijn zielshelft misliep. In zijn Don Quichotte – achtige queste tegen ontrouw.

Het was op een winderige half zonnige dag. Hij kon het beeld zo weer oproepen voor zijn geestesoog. Het kerkgebouwtje van de Oud-Gereformeerde Gemeente in het Zeeuwse 's Gravenpolder. Ook het tijdstip wist hij nog. Half 3 's middags.

Het was een mooie bijeenkomst geweest. Godsvruchtig. Zinvol. Verhelderend ook, op vele punten. Hij was verhelderend geweest. Zorgen had hij weg kunnen nemen. Met name rond het onderdeel stervensbegeleiding, palliatieve zorg had veel tijd in beslag genomen. Maar dat was goed. Alles was goed. Dat zag hij ook wel in. Beetje tijdrovend alleen. Af en toe. Energieslurpertjes. Zo kon hij sommige van de vanmiddag aanwezige gemeenteleden noemen. Net als enkele van zijn Genootschap-genoten.

Een lach trok over de lippen van Karel van der Plas. Voorzitter van het Statige Reformatorische Genootschap. Een mooie functie. Vervullend. Een dankbare manier om iets voor zijn medemensen, niet alleen zijn mede-gemeenteleden, maar alle mensen onder Gods zon, te betekenen.

In die hoedanigheid was hij die middag aanwezig in het halfzonnige, winderige 's Gravenpolder. Een plek, een provincie, zo heel anders qua klank, geur en landschap dan zijn eigen thuishaven, in de Betuwe.

We treffen Karel op het moment dat hij op het punt staat om te vertrekken. Terug naar huis. Naar de zaterdagse avond maaltijd. Fijn onder elkaar. Zijn vrouw en hij. Al 25 jaar een stel. Een setje. In voor en tegenspoed. Liefde en geluk. Afgewisseld met... ja, toch ook af en toe wat sleur. Maar, dat hoorde er nou eenmaal bij. Dat nam je op de koop toe. Al zou je er af en toe....

Karel zuchtte eens.
Trok zijn jas aan.
Wilde net zijn tas pakken, toen er plotseling ietwat hijgerig een vrouw kwam... tja... aangedraafd.

'Meneer Van der Plas! Oehoe, wacht u even', het onmiskenbare Zeeuwse accent van deze dame drong zich aan hem op. De beweging door hem in gang gezet om zijn tas te pakken, veranderde hij in een zich omdraaien om te kijken wie daar aankwam.
En, hoewel hij het Zeeuws niet machtig was, kwamen de woorden 'een prompte deerne' in hem opgeplopt bij het zien van de vrouw die aan kwam zetten. In zijn richting.

Een prompte deerne.

Een rok top op de knieën. Een wat onbestemd blauw. Bloesje, sjaaltje, platte instappers, bruin haar met slag erin, tot op kinlengte.

'Dertien in een dozijn', constateerde hij een beetje oneerbiedig. Oneerbiedigheid waar een lichte teleurstelling onder lag. Want, ja, als je dan toch wordt aangesproken door een vrouwspersoon, op een bijeenkomst waar bijna alle gasten weg zijn, laat het dan een leuk vrouwspersoon zijn.

Maar, deze gedachte wapperde hij snel weg.
Thuis zat zijn vrouw. Op hem te wachten.
Vast benieuwd naar zijn verhalen, zijn ervaringen, zijn ook hier weer – zij het bescheiden – succes. Met God's hulp.

'Meneer Van der Plas', tetterde de vrouw nog een keer luid en duidelijk. 'Wacht u even, astublief'.

Lichte wrevel overviel hem
Wat wilde dat mens nou van hem?
'U kun nie zomaar d'r tusse uut kniepen, oor. Da zou veeste onbeleefd zien, ej. Da goan we nie doe , oor'.

'Nou, dat klinkt alweer opwekkend', hij zuchtte en zette zijn vriendelijkste gezicht op dat hij bewaarde voor mensen die hem irriteerden. Vriendelijk, maar niet te vriendelijk. Een snufje afstandelijkheid met het vleugje autoriteit dat zijn vader en zijn opa ook zo aan de dag hadden kunnen leggen. Dat hielp altijd. Dan waren ze zo weg. Al moest je met deze mix wel een beetje uitkijken met vrouwen. Er zaten er tussen die kickten hierop. Daar kon je nog versteld van staan.

De vrouw stond inmiddels voor hem. Hield in een hand een stel paperassen geklemd. Zo te zien een hoop folders, brochures en flyers verzameld tijdens de bijeenkomst. Deze stapel klemde ze tegen haar boezem die nogal losjes in haar blouse zat. Te los naar zijn mening.

De boezem kwam in het gedrang door zoveel papierwerk, maar veel tijd om zich daar in te verdiepen kreeg hij niet. De vrouw stak haar vrije hand naar hem uit. 'Elien', bracht ze ademloos uit. 'Elien uut 's Gravenpolder. Ik ben genoemd naar Elia. De profeet', ze keek hem even taxerend aan. Alsof zij van hem wilde horen dat hij hem kende. Liefst persoonlijk. Dus, knikte Karel. Begrijpend.

'De profeet die zei', ging zij monter verder na zijn begripvolle knikje: 'Het wordt mij teveel, Jahweh, laat mij sterven, want ik ben niet beter dan mijn vaderen'.

'Elien!', klonk het nog voordat Karel kon reageren op het door haar gereciteerde citaat. 'Elien, wat doe je nou?'.

En hoewel er maar een van de twee mensen Elien heette, keken ze toch alle twee op. Naar degene die Elien zo duidelijk met heldere stem had geroepen. De uitwerking van deze uitroep was op beide mensen echter heel verschillend.

Elien kromp ineen. Als een betrapt kind.
De voorzitter van het Genootschap daarentegen veerde onwillekeurig op.

Kijk.
Zo.
Zo'n vrouw. Als zo'n vrouw je na een bijeenkomst benaderde. Ja.
Zo. Maar, helaas, ze riep de verkeerde naam.
Elien.
En niet.... Karel.

Ondanks dat wachtte hij verwachtingsvol op wat er zou gaan gebeuren.
Wat er met hem gebeurde, dat wist hij wel. Al begreep hij het niet. Zijn hartslag.....
die was een paar extra slagen per minuut omhoog gegaan. Zijn hand....
Hij keek naar zijn handen... die trilden. Plots voelde hij zich zweterig worden. Klam. Vreemd. Alsof een plotselinge kou hem te pakken had, terwijl hij het heel warm had. Had hij dan teveel op de tocht gestaan? Het was nogal winderig. Hij sloot het niet uit. Hoewel het hem tegelijk sterk leek.

Ze stond nu vlak bij hem. Zilverblonde haren tot op haar welgevormde schouders, gehuld in een fris lentegroen jurkje. Een roze sjaaltje om haar hals. Groen met roze instapschoentjes met voetjes... om te kussen.

Karel schrok op.
Wat dacht hij nou?
Om te kussen!?

Nee nee nee. Niks daarvan.
Thuis. Zometeen lekker naar huis.
Samen de zaterdagmaaltijd nemen.

Haar blauwe ogen, licht en vriendelijk.
Een lentebries, de voorjaarskoningin
met haar zacht roze lippen. De kleur van....

De voorzitter van het Statige Reformatorische Genootschap schudde even ferm zijn hoofd. Waar kwam al dat poëtische gebazel ineens vandaan? Romantische prietpraat. Kom op, Karel, ferm zijn. We zijn hier tenslotte om Gods werk te doen.

Haar slanke hand bereikte de zijne. Zonder dat hij het van zichzelf wist, had hij zijn hand uitgestoken en de hare.... de hare aangeraakt.

Oh, glorie, wat een vriendelijke handdruk was dat geweest.

'Madeleine, aangenaam, ik ben de begeleidster van Elien'.

'Madeleine...?', wist hij alleen aarzelend uit te brengen. 'Kennen wij elkaar?', hij had geklonken als een dementerend opaatje, maar het was het enige dat op dat moment in hem op kwam. Het was alsof zijn hersens blokkeerden. Alsof er zich geen zinnig woord meer bevond daar in zijn hersenpan. Laat staan dat ze de weg naar zijn mond hadden kunnen vinden.
Niets van dat al.

Een glimlach. Haar blauwe ogen hadden zich lichtjes vernauwd. 'Nee, we hebben elkaar nooit eerder ontmoet, maar ik heb u weleens op tv gezien. U mij niet'. En weer die glimlach.

'Ik ben de begeleidster van Elien', zei ze nog een keer, zij het iets nadrukkelijker. Elien stond nog steeds met de bos paperassen ferm tegen haar boezem aangedrukt. 'Want ik ben niet beter dan mijn vaderen. 1 Koningen vers 19, 4', prevelde Elien. En zij wiebelde even van voor naar achter op haar voeten.

'Wat.... wat?', ineens begreep Karel er niks meer van. Dit werd hem even teveel. 'Wat wil zij mij zeggen... Is zij wel....?'

'Elien is wat je noemt nogal overgevoelig', vertelde Madeleine hem met lichte stem. 'Heel intelligent ook. Als meisje was ze heel leergierig. Maar het enige boek dat voor handen was bij haar thuis, was de bijbel. Daar is ze toen zo serieus en diep ingedoken dat het iets te veel werd. Op een dag werd ze tijdens het studeren gegrepen door een fel lichten kon ze alleen nog maar het vers herhalen waar ze op dat moment mee bezig was. Het vers uit 1 Koningen dat u haar net hoorde reciteren'.

'Oh, wat... hoe moet ik dat zeggen?', Karel was even stil. 'Is dit echt waar? Ja, ik weet dat dit weleens gebeurt, maar....'. Hij richtte zijn blik op Madeleine en zei onbeholpen: 'Maar, wie ben jij dan?' Zich inhoudend om er niet achter aan uit te flappen: 'Haar engel?'

'Ik ben psychosociaal werker bij het GGZ en ik begeleid Elien naar bijeenkomsten waar ze graag heen wil. Zoals deze, vanmiddag. Ik doe dit samen met collega's, maar omdat deze bijeenkomst in een kerk werd gehouden en al mijn collega's van een andere kerk zijn, wilde er niemand mee vandaag'. Ze was even stil, tot haar iets te binnen schoot. Ze lachtte: 'Behalve ik dan, want ik ben niet kerkelijk. Mij maakt het niet zoveel uit'.

Karel krabbelde even nadenkend achter zijn oor.

'Oh, dat betekent niet dat ik u niet respecteer, hoor. Iedereen moet gewoon doen wat – ie goed vindt. Maar.... nou ja. Wat wou ik nou zeggen?' Ze keek naar Elien. Elien stond nog steeds lichtjes van voor naar achter te wiebelen. Met een glazige blik in haar ogen en de papierwinkel nog steeds stevig tegen zich aan gedrukt.

Daar zou Madeleine haar antwoord niet vandaan halen. Maar, er ging haar alweer een licht op en ze hervond de draad van haar verhaal.

'Gelukkig waren Elien's ouders zo vriendelijk me te adviseren over kleding. Haar oudste zus is zelfs nog met me meegegaan om een jurkje uit te zoeken. Wel in een heel andere winkel waar zij normaal komen, hoor. Ik ben gewoon in mijn eigen winkel geweest. Maar, het was wel fijn dat haar zus mee was. Om me te adviseren. Ze zijn heel aardig allemaal', besloot ze heel opgewekt.

'Natuurlijk, natuurlijk, maar vanzelf', mompelde Karel. De mensen uit zijn gemeenschap waren aardig. Nou ja, over het algemeen. D'r zaten er natuurlijk ook tussen die je zo af en toe... nou ja... eens flink door elkaar zou willen schudden, maar ach, over het algemeen genomen.

Hij keek haar even aan.
Ineens verlegen met de situatie.
Gut, wat een aardig kind.
Zo fris. Opgewekt.
Zo, heel anders.
Licht.
Of, nou ja, anders.

Maar, genoeg.
Hij moest naar huis.
Ineens ferm stak zijn hand nog eens naar de dames uit, zei: 'Als jullie verder niets meer hebben, dan ga ik nu naar huis'.

De dames hadden niets meer.
Hij ging naar huis.

Zaterdagavond.
De gezamenlijke maaltijd.
Het terugkerend ritueel.
Zo vertrouwd.
Zo vertrouwd dat het weleens saai werd.
Maar goed.
Dat hoorde erbij.
Morgen weer monter op.
En hij ging naar bed.

Die nacht.
Verliep niet
Zoals hij had gedacht.
Gehoopt.

Achteraf.... ach, achteraf valt alles wel te duiden, maar op dat moment....

De koortsaanval van die middag, of wat hij daarvoor had aangezien, was weer komen opzetten.
Zwetend, klam had hij in zijn bed liggen woelen. Steeds maar weer terugvallend in dezelfde droom.

Een lentegroen jurkje, roze, lichtblauw, lippen, glanzend.
'Ik ben niet beter dan mijn vaderen'.
Zilverblonde haren, een glimlach, sjaaltje.
'Ik ben niet beter dan mijn vaderen'.
Ogen die zich zachtjes vernauwen.
'Ik ben niet beter dan mijn vaderen'.
'Madeleine, aangenaam'.
Een glimlach.
'Ik ben de begeleidster van Elien'.
Roze lippen.
'Ik ben genoemd naar Elia. De profeet'.
Blauwe ogen die vernauwen.

Ineens zat hij rechtop in zijn bed.
Wat was er aan de hand? Was hij ziek?
Had hij koorts?
Of, was er iets veel ergers aan de hand?
Was hij overwerkt aan het raken?
Overspannen?

Nee toch. Dat kan niet, hoor. Dat zou hoogst onhandig zijn. 'God, geef dat het niet zo is', prevelde hij half hardop.

'Wzegje?', zijn vrouw draaide zich half naar hem om. 'tIzzer?', vroeg ze slaperig.

'Niks...niks, lieverd. Beetje drukke dag gehad, denk ik'.

Hij ging weer liggen.
Het beeld van groen met roze instapschoentjes kwam opzetten, zodra hij lag.
'Om te kussen', gingen zijn gedachten verder.

Hij schoot opnieuw overeind. Greep naar zijn hoofd.
'Stop, stop, stop'.
Zijn oren suisden.
'Laat dit stoppen, alstUblieft'.

Het was gestopt.
De nacht was voorbijgegaan.
Zij het ietwat gebroken.

Een gebroken nacht.
Een gebroken droom.
Een gebroken man.
Een gebroken.... hart?

Zonder het te willen, zonder het bewust op te roepen, was er die dag iets in zijn leven geslopen dat er daarvoor niet was geweest.

Als een storm die aan de luiken van zijn vesting rukte.
Een zachte lentebries met de kracht van een orkaan.
Madeleine.

Zacht, groen en roze, vriendelijk en onuitwisbaar penetrant.

Als ze nou... och, als....

Er was helemaal geen Als.
Er was alleen maar Nu.
Een afschuwelijk verwarrend Nu met voldongen feiten.
Voldongen feiten die zich verstopten in verlangens, zoals: 'Ik wil haar nog een keer ontmoeten'.

Maar ja, wat dan?
Samen koffie drinken?
Jaaaaa.... samen koffie drinken.
Naar haar kijken, terwijl zij van haar koffie drinkt.
Ogen die vernauwen.
Blauwe ogen.
Haar blauw.
En als ze dan lacht om mijn grapje.
Moet ik wel een grapje maken, natuurlijk.
Maar als dat niet lukt... omdat ik veel te zenuwachtig ben als ik daar met haar zit....
Waar zouden we dan zitten? Ergens in Den Haag is het makkelijkst voor mij. Vlak bij mijn werk. Dudok is wel leuk. Lekker dichtbij de Tweede Kamer ook. Oh maar nee, teveel in het zicht! Daar herkent iedereen me. En als ik daar met zo'n mooie verschijning zit, want ze is Zo Mooi. Oef.

Nee, niets d'r van. Stop met die onzin', Karel riep zichzelf tot de orde. 'Klaar d'r mee. Genoeg gemijmerd. Dit kan niet. Dit mag niet. Ik ben getrouwd. Ik heb een voorbeeldfunctie. We gaan het eens over een heel andere boeg gooien.
Karel, niks d'r van!
Onderdruk je gevoel.
Gevoelens zijn in deze alleen maar onhandig.
Korte metten mee maken.

En zo stapte Karel die maandag in de auto. Op naar Den Haag. De snelweg over. Peinzend over het pleidooi rond de palliatieve zorg. Dat moesten ze deze week rondkrijgen. Alleen vandaag nog om kamervragen op te stellen over de nota. Die moet aan het eind van de week weer terug naar het ministerie. En....

Zijn ogen dwaalden even af. Langs de snelweg stond een groot bord. Een vrouw met zilverblonde haren keek hem glimlachend aan.

'Webcamsex, kom jij bij mij kijken?'

De koortsaanval kwam weer opzetten. Flush.
Warmte kroop van zijn rug naar zijn nek, bereikte zijn oren.
Lentegroen en roze.
Madeleine.

Even had hij zin om het uit te schreeuwen.
Zomaar ineens haar naam.
Heel hard.
In de auto.
Niemand kon hem hier horen.
Hij deed het.

'Madeleine!'

Het luchtte niet op.
Integendeel.
Een snik kroop in zijn keel naar boven.

'Is dit nou waar al die kwelige liedjes over gaan?', vroeg hij zich af.
Het is verschrikkelijk.
Het is zo verscheurend.
Ik ken haar niet eens!
Ik ben getrouwd!
Voor Gods aangezicht ook nog eens.
Ik ben een respectabel lid van mijn familie, van de maatschappij. Ik ben voorzitter van het Statige Reformatorische Genootschap. Ik heb een voorbeeldfunctie. Dit Kan Niet! Ik kan niet verliefd worden op een mij onbekende vrouw. Ik weet niet eens of zij getrouwd is. Dit kan niet! Dit mag niet! Stop Stop Stop. Ach, God, verzoek mij toch niet. Ban deze Jezebel uit mijn leven! Een duivel vermomt als een engel.
Nu weet ik het!
Ik begrijp het ineens volledig.
U, mijn Heer, stuurt haar op mijn pad.
Om mij te testen!
Om te zien of ik wel sterk genoeg ben.
Of ik het echt wel waard ben om deze voorbeeldfunctie te vervullen.
Heer, ik geef U mijn woord.
Ik ben het waard!

Ik ban Madeleine voorgoed uit mijn gedachten!

En zo kwam Karel van der Plas ertoe een Don Quichotte – achtige queste op te zetten jegens webcamsex en ontrouw.

Vanuit zijn kader met een duidelijk wel en niet wordt elke mogelijkheid tot het doorgronden van het eigen Zelf en het ervaren van dat wat nodig is om te ontwikkelen in een vroegtijdig stadium de kop in gedrukt.

En zo liep Karel ontmoeting en de diepgaande Liefde van zijn zielshelft mis, en sleepte hij velen – zij die ontvankelijk waren voor zijn boodschap van onderdrukte emoties en angstige afweer voor de eigen reactie op dat wat het Leven op je pad brengt – mee in zijn kielzog.

Of moet ik zeggen … val?

Want, wat is waar... en wat niet?
Wat is waarlijk... en wat niet?

Het is vaak … een kwestie van perspectief.

Namaste
En een heel fijn weekend.

<3

Disclaimer
Elke overeenkomst met de werkelijkheid is een overeenkomst met de werkelijkheid.

dinsdag 17 mei 2016

De zwarte kat

'Nog heden ten dage heet het een voorteken van geluk wanneer een zwarte poes onze wegen kruist'.

Hercule Poirot


Bron: 'Uit Poirots praktijk', Agatha Christie


 

zondag 15 mei 2016

zaterdag 14 mei 2016

vrijdag 13 mei 2016

Verbrand, verdronken of ….

De smaken van een heks

'Ben jij verbrand of verdronken?'.

Sinds ik me op het heksenpad begeef, is dit een vraag die me af en toe gesteld wordt. Door een mede-heks. Een vraag die ik – gek genoeg – helemaal niet gek vind.
Deze vraag stellen vrouwen (mannen misschien ook, maar daar heb ik tot op heden geen ervaring mee) die herinneringen hebben aan een vorig leven als heks nu eenmaal aan elkaar.

En waarom ook niet.

Als je beiden antwoordt: 'Ik heb op de brandstapel gestaan', dan schept dat toch een soort band.
Zegt de een echter: 'Ik ben verdronken' en de ander 'Ik ben verbrand', dan valt er een pijnlijk soort stilte. Een stilte waaruit spreekt: 'Zij is anders dan ik.... maar in welk opzicht?'.
Van zulke vraagstukken kan een mens in diep gepeins verzinken, waardoor het gesprek nog verder stilvalt en daardoor nog pijnlijker wordt.
Het is dan zaak om snel een ander gespreksonderwerp te vinden, om de relatie niet onherstelbaar te verstoren.

Nu zijn er – gek genoeg – behalve deze twee smaken (verbranden of verdrinken) nog een paar opties die ik graag aan de hand wil doen.

Waarom reik ik deze mogelijkheden aan? Omdat....
Er valt mij 1 ding op bij de twee standaard genoemde opties:
Het zijn mogelijkheden vanuit 'Slachtofferschap'. En, het rare is, als ik iets niet kan rijmen met elkaar, dan is het het 'heks-zijn' en 'slachtofferschap'.

Dit besef kolkte al een tijdje in mijn bewustzijn, toen ik op een dag ergens las: 'Alle vrouwen die er prat op gaan op de brandstapel te zijn ge-eindigd of zijn verdronken als heks zijn Geen echte heksen geweest. Dit zijn gewoon vrouwen geweest die ten prooi zijn gevallen aan (dorps)roddelarij. De echte heks liet zich namelijk niet vangen. Zij voorzag het gevaar waarin zij en haar dierbaren verkeerde(n) en nam op tijd passende maatregelen. Daar was ze heks voor'.
Toen ik dit las, moest ik grinniken. 'Mooi', dacht ik, 'een heks laat zich niet vangen. Nu niet en nooit niet'.

Neemt niet weg dat ook ik een werkelijk schrijnende herinnering heb aan een schandelijke tocht door een stadje op een kar. Mijn dochtertje (in dat leven had ik blijkbaar een dochtertje... in dit leven niet) huilend langs de kant van de weg. Een hartverscheurend 'Mama!', een uitgestoken handje. Daarna verzengende vlammen, gepaard met de diepst denkbare pijn. Huiver tot in mijn ziel.
Of ik daar als heks stond of als een eenvoudige vrouw die ten prooi was gevallen aan de machtslust van een mede-vrouw.... Tja.

De andere kant van dit verhaal is dat er wellicht wel degelijk echte heksen zijn verbrand dan wel verdronken, maar dat dat vuurmeesters dan wel watermeesters waren. Het is mogelijk dat zij ervan genoten en naar uitkeken op deze wijze verbonden te worden met hun wezenlijke element. Maar, dat wisten de inquisiteurs natuurlijk niet...
Als ze hadden beseft dat ze deze mensen een weldaad bezorgden, dan zouden ze er accuut mee zijn gestopt.

Zijn er nog meer opties? Ja, die zijn er. Ik geef er een paar. Ter herinnering ende vermaak.
* De onzichtbare heks: zij wist zich goed te verstoppen in het bos. En omdat zij 1 was met de zon, de maan, de sterren en Moeder Aarde kon zij als geen ander opgaan in de natuur. Versmelten met bomen was 1 van haar veel gebruikte tactieken.
* De sjamanistische heks: zij was daadwerkelijk in staat te veranderen in een dier. Als vogel voelde zij zich het meest vrij en kon zo eenvoudig wegtrekken uit een riskant gebied.
* De militante heks: zij had als rol - de minnares van de inquisiteur en tevens het 'lek' van de inquisitie. Deze heks heeft niet alleen op risicovolle wijze haar eigen vege lijf gered, maar ook dat van haar zusters, broeders en hun kinderen.
* De flexibele heks: zij trad toe tot een klooster ver van haar eigen woonplaats en maakte daar of carriere d.m.v. haar magische capaciteiten, of ze verdween in het ongeziene als kluizenares. Veelal moest dit type oppassen uiteindelijk niet door de mand te vallen wegens plotseling niet te beteugelen geneeskrachtige vermogens. Hoewel veel 'mirakelen' in die tijd toegeschreven werden aan 'de Heer' of interventie door Maria.
Zaak was voor deze heks om niet in ijdelheid te vervallen, door te claimen dat Zij verantwoordelijk was voor deze 'mirakelen', want dan was ze alsnog de pineut.
* De verbindende heks: zij had vrienden bij de kerk, zoals priesters die de uitgebreide kruidenkennis van de heks zeer konden waarderen en die oog hadden voor haar menslievendheid. Deze heks kreeg in het geheim vrije uittocht van de priester.
* De onverbiddelijke heks: Zij vormde het grootste risico voor de inquisitie. Zij deinsde er niet voor terug om oprukkende inquisiteurs en hun trawanten met 1 blik te doden.

Tot zover.....

Deze lijst is lang niet volledig.
Deze lijst gaat zover als mijn herinnering gaat....


woensdag 27 april 2016

Hoe onze goddelijkheid tot ziektebeeld werd.....

Matriarchaat: 
  • Godinnen-cultus
  • Voor-Christelijk
  • Intuitie / instinct / gevoel (lichamelijke sensoren)
  • Natuurreligie / sjamanisme / natuurgeneeskunde

Patriarchaat:
  • God-cultus (monotheisme): Abrahamitische religies
  • 'Heidense' cultuur wordt bestreden: heksenvervolging, uitroeiing van indianen, zendelingenwerk wereldwijd.
  • De ratio komt op en neemt het over van het intuitieve / instinctieve gevoelsleven: 'Ik denk, dus ik ben'. 
  • Westerse cultuur met als basis een wetenschappelijke benadering.

Kenmerken van leiders van matriarchale culturen:
  • Sjamanen of orakels (hangt van de cultuur af) die in contact stonden met niet zichtbare energieen die sturing, leiding, begeleiding en heling geven aan de mensen. De sjamaan kon werken met deze energieen ter heil en genezing van zijn /haar mensen.
  • De sjamanen e.d. stond open voor het niet zichtbare. Dat maakt hem/haar wijs, maar ook machtig en anders dan de mensen voor wie zij zorg droegen.
  • De sjamaan e.d. had een verruimd bewust Zijn waardoor hij/zij voor anderen niet zichtbare entiteiten kon zien, ervaren en ermee in contact kon treden:
    - voorouders
    - gidsen, beschermers, begeleiders, bondgenoten
    - de godenwereld
  • Vrijheid voor het individu:
    - Katharen: gelijkwaardigheid man/vrouw, polygamie, zelfsturing via innerlijk geweten / intuitie / instinct, leven vanuit het Hart (de leer van Jezus: Jezus sloot aan bij de matriarchale cultuur).
    - Indianenstammen: alleen als er een bedreiging van binnenuit voor de stam zich vormt, komt de raad van ouden bijeen. Verder: zelfsturend (innerlijk geweten).
    - Hekserij: Je bent vrij om te doen wat je wilt, maar schaadt een ander niet. Of, nog stelliger: Do as thou wilt.
  • Levenscyclus van de mens is innig verbonden met de natuur: cyclus van het jaar, cyclus van de maan:
    - eb & vloed,
    - menstruatie van de vrouw
    - het gevoelsleven van de mens

Kenmerken van patriarchale leiders: 
  • De leider is tevens de leider van een instituut: de kerk. Aanvankelijk verbonden met de wereldlijke macht. Deze twee instituten (kerk en staat) werden later gescheiden.
  • Verantwoordelijk voor het opstellen van de Concilie van Nicea: leerstellingen volgens 'Jezus', 200 jaar na zijn kruisiging opgesteld.
  • Deze leiders waren niet intuitief / instinctief aangelegd, dus voelden de verhandelingen van Jezus niet 'in' op de manier zoals Jezus ze bedoeld had. Hierdoor werden zijn vergelijkingen in combinatie met de Joodse leefregels de 10 geboden omgezet tot dogma's waar ieder gevoelsleven uit verstoken was. Lege regels, waarvan de diepere, mystieke zin niet doorvoeld, ervaren werd door noch de leiders, laat staan de bevolking. Je krijgt wat je overbrengt.
  • In deze periode werd een begin gemaakt met de vervolging van aanhangers van de oude cultuur, waarbij Jezus werd verheven tot een heilige die celibatair leefde en Maria, de enige vrouwelijke evangelist, werd gedegradeerd tot hoer. Deze weergave zou pijnlijk tekenend worden in de eeuwen die volgenden, voor de man/vrouw verhouding. Tot op de dag van vandaag.
  • Mensen die hun sjamanistische gaven nog publieke durfden te tonen vervielen tot curiosum, en kwamen aan de 'schimmige' kant of rand van de samenleving te staan: waarzegsters (m/v), handlezeressen (m/v), kaartlegsters (m/v) op kermissen en de zigeuners.

Invloed van patriarchale cultuur op ons denken & beleven 

  • Vanuit de stelling 'Ik denk, dus ik ben' kwam de nadruk te liggen op het belang van een gestructureerd denkende geest. De Verlichting die Descartes op gang bracht, was een Verlichting van het rationele, wilskrachtige denken dat mensen aanzet en helpt een geaccepteerde plaats in de samenleving (stam) te veroveren.
  • Met de aandacht voor het 'gezonde' rationele denken kwam ook de aandacht voor het 'onzuivere, verstoorde' denken dat niet te duiden viel volgens de overtuiging van Descartes c.s.
  • Het intuitieve gevoelsleven, dat gepaard gaat met pieken en dalen, verwerd tot iets dat niet te duiden viel volgens de wereld van de stabiele ratio.
  • De wetenschap van de psychologie / psychiatrie ontwikkelde zich. En met deze wetenschap werden schommelingen in het gevoelsleven van de mens aangeduid als instabiel, maatschappelijk niet wenselijk c.q. onaangepast, geestesziek. 
  • Het oneindigheidsteken (lemniscaat) verwerd op dit punt binnen kringen waar de ratio sterk prevaleert van het teken van oneindige beweging, dynamiek, ontwikkeling tot aanduiding van de bipolaire stoornis.

Ingrijpende gevolgen van het rationaliseren van de mens
  • Met het verder rationaliseren van het menselijk wezen / de mens kwamen de intuitieve krachten waar de mens voorheen toegang toe had onder druk te staan. Deze 'goddelijke' krachten konden / mochten niet meer op een natuurlijke manier gekanaliseerd worden. Denk aan het oud-testamentaire verhaal over de vernietiging van de steden Sodom en Gomorra en de eigen-wijze vrouw van Lot die het gebod van de Abrahamitische god in de wind slaat en zich toch tegen zijn wil omdraait om nog een keer te kijken naar de stad die zij nu verlaten moet. De straf voor het gehoor geven aan haar eigen innerlijke, instinctieve drang en het negeren van het van buitenaf opgelegde gebod is, dat zij verandert in een zoutpilaar om zo voor eeuwig te blijven staan.

    Met als gevolg:

    - met name vrouwen die aan hysterie leden, wegens het onderdrukken van hun innerlijke, natuurlijke impulsen.
    - ervaring van twee gescheiden werelden (een binnenwereld en een buitenwereld), waardoor ziektebeelden als schizofrenie, gespleten persoonlijkheid ineens een kans kregen.
    - het ontstaan en onderdrukken van schaduwkanten (intuitief / instinctief / gevoelsmatig / onderbewust):
       * Jekyll and Hyde (angst voor de overname door de schaduw en daardoor de val van de mens. Een meer recent voorbeeld is de film Black Swan).
       * theorieen van Freud waar met name vrouwen het slachtoffer van zijn geworden via opname in inrichting en experimenten die Freud op hen uitvoerde.
    - een verstoorde irreeele kijk  op de werkelijkheid op het eigen Ik: narcisme, borderline, depressie, bipolaire stoornis.
  • Deze mensen werden als patient, gestoorde, gek, waanzinnige bestempeld. En omdat mensen angstig waren, zich niet konden en wilden identificeren met deze (groeiende) groep mensen werden ze opgenomen in inrichtingen. Daar zaten ze veilig, daar vormden ze geen bedreiging voor zichzelf en ... anderen (was je lastig, dan werd je opgesloten).
En zo... verwerd iets dat lange tijd tot de goddelijke krachten van de mens behoord had tot... een ziektebeeld.

Wat is nodig?
  • Een nieuwe kijk op de mentale gesteldheid van een zogenaamd 'ziek' mens.
  • Combinatie van voor-Christelijke begeleidingsmethoden en reguliere inzichten (i.v.m. voeling houden met de maatschappij wat van belang is voor het grondingsproces: hier op aarde blijven).
  • Intuitieve / spirituele ontwikkeling van psychologen / psychiaters, zodat zij leren zien en invoelend worden. Dit is van belang voor eht kunnen duiden waar iemand in zijn/haar ontwikkeling staat en voor het optimaal kunnen begeleiden van mensen in ontwikkeling (mensen die als gek en gevaarlijk worden aangeduid door zij die in hun ratio vastzitten).

dinsdag 29 maart 2016

Don't try this at home

Tenzij je bewust sekse-specifiek wilt opvoeden. Onbewust gebeurt er al genoeg op dit vlak, via de media. Daar is deze uiting een voorbeeld van. Is te vinden in een 'feel good'-reclame brochure van Loods 5.


woensdag 24 februari 2016

Uit het Rijk der Elven


De 'kijk en leer, dit gebeurt voor de tweede keer' - veer uit het Rijk der Elven.

Dit artefact helpt ons er aan herinneren, op van die momenten dat je denkt 'He? Dit heb ik toch al eens mee gemaakt!?', dat je een keus hebt.

Dat je kunt kiezen tussen:

a.) precies dat doen wat je de vorige keer ook deed.
Vanuit automatisme, luiheid, fatsoen, meegaan met dat wat gewenst is vanuit je omgeving, onzekerheid etc.

b.) het roer dit keer de heel andere kant op gooien.
Vanuit wrevel, rebellie, joligheid, bewustzijn, EigenWijsheid etc.

Iets met een ezel en een steen.... ;-)

dinsdag 9 februari 2016

De vrouwelijke kracht vrijmaken

Inzicht vanuit de Zohar, het geheime boek van de Kaballisten:

'Onderdrukte mannelijke kracht leidt tot Zelfzuchtigheid.
Onderdrukte vrouwelijke kracht leidt tot Vernietiging'.

Inzicht Magie enzo:

'De eeuwenlange onderdrukte vrouwelijke kracht (die zich manifesteert in zowel man als vrouw) heeft zich ondergeschikt gemaakt aan de eveneens onderdrukte mannelijke kracht (die zich ook manifesteert in zowel man als vrouw).

De onderdrukte vrouwelijke kracht is daarnaast ook ondergeschikt gemaakt aan de mannelijke kracht. Daarmee is het een vernietigend instrument geworden die zich uit in Zelfzucht.

Een plaatje dat we helaas maar al te goed herkennen als we om ons heen kijken. In alle sectoren van het mens zijn is deze vernietigende kracht vanuit zelfzucht werkzaam.

Remedie:

De onderdrukte vrouwelijke kracht vrijmaken, in onszelf.

Onze eigen onderdrukte delen, stukken die er niet mogen zijn van onszelf (dat zich kan uiten via afkeuring, onderdrukking vanuit onze omgeving) vrij maken, lucht geven, in het licht zetten.

Zodra je de vrouwelijke kracht in jezelf vrijmaakt, transformeert de mannelijke kracht mee. Deze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

8

Detail uit Botticelli's geboorte van Venus


maandag 1 februari 2016

Alles komt samen / Liefdeskoorden

Een paar weken later vinden we Janneke opnieuw in de winkel van Manuela Les Mains. Blij. Gelukkig. Verbaast. Een beetje vreemd ook. Of, vooral ... heel vreemd.

De dagen die achter haar liggen... ze vallen niet te beschrijven.

Eerst was daar, eenmaal weer thuis, haar poging om het beoogde artikel te schrijven, over Manuela Les Mains en haar handleeskunde, over haar winkel en de magische artefacten die ze verkoopt. Dit alles vanuit een sceptische houding: het kritische journalisten-oog van het blad 'TZalWel!'.

Verder dan een poging wagen tot het schrijven van ... is ze niet gekomen. Vanaf het een op het andere moment kon Janneke niet meer schrijven. Wel nog schrijven in het algemeen, maar niet meer voor het blad 'TZalWel. Sterker nog, ze kon het niet eens meer zeggen: 'TZalWel!'. En ook onverschillig haar schouders ophalen... het lukte haar de eerste dagen na de ontmoeting met Manuela niet.

Er was namelijk iets raars gebeurd. Daar in het winkeltje van mevrouw Les Mains. Iets dat niet voorzien was. Althans, niet door Janneke. Misschien wel door de andere betrokkenen. Misschien ook niet.

In plaats van een slachtoffer van de veroordelende journalist die wel eens even af zou rekenen met al die kwalzalverij, trof Janneke een vrouw met kracht. Innerlijke kracht. Een vrouw die wist wie ze was. Waar ze vandaan kwam. En waar ze toe in staat was. In de persoon van Manuela Les Mains.

Deze wetenschap over zichzelf gaf Manuela zo'n raadselachtige kracht, dat zij in plaats van dat meegezogen werd in de veroordelende houding van de journalist... de journalist meegezogen werd ... in de wereld van Manuela.

Niet omdat Manuela Les Mains een magische tovertruc had uitgehaald met Janneke Druif. Maar, omdat het Jannekes tijd was.

Vanuit het idee 'Alles gebeurt op de juiste tijd' hadden Jannekes intuitie en zoiets als het Lot, of noem het de Tijd, haar naar Manuela gebracht, die samen met Melchior en Elvira, Janneke hielp bij iets dat zeer raadselachtig is voor ons moderne Westerse mensen. Een magische gebeurtenis die wordt omschreven als 'het openscheuren van het dagelijkse aangeleerde bewustzijn'. Om in plaats daarvan plaats te maken voor het innerlijk bewustzijn.

Een proces dat, als het eenmaal is ingezet, tijd vergt, nauwkeurigheid, alertheid, rust, liefde, toewijding, overgave en vertrouwen.

Een proces dat bij Janneke in gang is gezet, daar, die dag, in het winkeltje van Manuela Les Mains, en dat voltooid wordt in de loop van Jannekes leven.

De reden waarom we Janneke nu hier aantreffen, is omdat Manuela haar heeft laten komen. Ze wil iets met haar delen. Iets om aan te tonen, hoezeer zij - Janneke - aangesloten is op het Al. Op alles dat leeft, en ademt, en Is.

We kijken mee over Jannekes schouder als we zien wat Manuela haar overhandigt.

Het is een zacht gele enveloppe. Met daarin een zacht geel kaartje. Op dat kaartje zien we zwierige letters, die ons vertellen:

Elvira Kalia & Geraldus Griffioen  
delen je met grote vreugde mee

Hun Liefdes-bekrachtiging
op de eerstvolgende Nieuwe Maansdag.

<3

Je bent van harte uitgenodigd.
Volg je intuitie voor de verdere aanwijzingen,
wat betreft kleding en locatie.

Wat cadeautjes betreft: Het grootste cadeau ben je zelf. :-)
En wil je echt iets meenemen, neem dan liefdeskoorden mee.
Om uit te delen. Na onze Liefdes-bekrachtiging. Op straat.

Tot dan.

Elvira & Geraldus

8

We zien Janneke opkijken naar Manuela, met een verraste blik en een grote lach. We horen Manuela zeggen: 'Het is met dank aan jou dat je dit nu leest. Jij gaf ze het laatste zetje. Ze hielden al zolang van elkaar. En zoveel. Maar ze hadden jouw woord van vertrouwen nodig, om het laatste obstakel dat hen van elkaar scheidde te laten wegvallen. Alles hangt met alles samen, weet je. We hebben allemaal een functie in het geheel. Jouw kracht was beslissend, omdat jij iets deed dat je normaal nooit doet. Je doorbrak je routines. Dat is een Overwinning op het Zelf'.

Ook stilte die Manuela nu even laat vallen, krijgen we mee.

Zou dit de afsluitende stilte zijn?
Of...

Nee, Manuela is nog niet uitgesproken. We luisteren, hoewel het zo langzamerhand voor ons nu wel tijd wordt om afscheid te nemen, nog even verder naar wat zij Janneke te zeggen heeft:

'Je hebt de drang, de aansturing die je van binnen voelde opkomen, opgevolgd. Ten uitvoer gebracht. Zonder deze dit keer weg te redeneren. Zoals je wel vaker hebt gedaan, vanuit je oude sceptische houding. Die in feite, vanuit de diepte bezien, een veroordeling jegens jezelf inhoudt.
Dit keer heb je, zonder veroordelend te zijn jegens jezelf en dat wat je van binnenuit voelde opkomen, gehoor gegeven aan de roep van binnenuit.

Je hebt je impuls niet onderdrukt, maar laten stromen. En dat noemen we een 'Overwinning op het Zelf'. Een aanduiding voor het doorbreken van een verouderd vleesgeworden patroon.
En dat geeft een raadselachtige kracht. Een kracht die door kan werken in het leven van Anderen. Een kracht waarmee je wonderen verricht. Want, alles is 1'.

Het beeld zoemt uit. Wat Janneke hierop te zeggen heeft, we zullen het niet weten. Misschien stelt ze de vraag: 'Wat zijn liefdeskoorden eigenlijk?' of 'Ben ik echt jouw opvolger?'. Maar het antwoord daarop kunnen we niet meer verstaan. Dat is ook niet belangrijk. In dat laatste geval zeker niet, want het is aan Janneke of ze iets wel of niet doet.

De tijd zal Janneke helpen om haar dit te doen beseffen. Al zal zich waarschijnlijk eerst, na jaren van sceptisch zijn, ten volle gaan onderdompelen in alles dat haar vreemd is. En raadselachtig. Op het nu nog eerste gezicht.

Ervaren.

We kunnen het gesprek van de dames al niet meer horen. Wel zien we ze nog staan, terwijl wij de winkel verlaten. De bel klingelt zachtjes ten afscheid. Maar horen doen de twee het niet. Even niet. Ze zijn te druk met het delen ... van oude, misschien wel eeuwen oude, herinneringen. 

Herinneringen die naar boven komen, zodra het dagelijks bewustzijn ... scheurt.

En met deze woorden zoemt het beeld nog verder uit. De winkelstraat waar de hoedenmaker, de handlezeres die magische artefacten verkoopt en de sleutelmaker zich bevinden, ergens tussen Hier en Daar, verandert in zwarte letters op een witte achtergrond. Samen vormen zij een tekst. De tekst maakt deel uit van een link waarop je geklikt hebt via Facebook. Of Google. In ieder geval ergens op het internet. Het beeld zoemt nog verder uit. Het beeld van het internet verandert in een digitaal scherm. Het digitale scherm is onderdeel van het apparaat waar je nu naar kijkt. Je kijkt om je heen.

En ineens... ineens ben je weer terug... in je eigen omgeving. 

Welkom terug.
8

Liefdeskoorden

zondag 31 januari 2016

Een onverwachte voorspelling

Mevrouw Kalia, zelfstandig als ze is, in het peilen van haar eigen lot en doel, kijkt - ondanks zichzelf - met een ruk opzij bij het horen van Jannekes vraag. Dieper dan zij zelf wil en zal toegeven, komt de vraag van deze nuchtere journaliste bij haar binnen. Op een plekje, goed verborgen, zo ver mogelijk weg gestopt voor alle heldere mensen in haar omgeving, ligt haar geheim. En dat geheim, een stil verlangen, krijgt nu ineens zuurstof en licht. Dankzij deze Janneke Druif.

Mevrouw Kalia's felle ogen peilen deze jongedame, tot in de diepte van.... iets. Janneke weet niet precies wat er gebeurt. Maar de blik van de dame naast haar... gaat door merg en been. Haar eigen merg en been.

En hoe het komt weet Janneke niet precies, maar er spreekt zoveel terug gehouden emotie uit mevrouw Kalia's blik dat Janneke haast als vanzelf ineenkrimpt.

'Heb ik iets verkeerds gezegd?', schiet er door haar heen. Als een bliksemflits. Pijnlijk. Schel aan haar ogen. Voor het eerst in lange tijd dat dit haar overkomt. En meteen voelt ze zich akelig ongemakkelijk. Ook voor het eerst sinds lange tijd, voor zover zij nu kan nagaan.

'Is dat een voorspelling?', vraagt de blonde vrouw naast haar. Blauwe ogen worden groenig. Vernauwen zich tot spleetjes. Ogen die zich naar haar over buigen. Turen in Jannekes eigen ogen. Janneke knippert. 'Ehhh... heb ik iets verkeerds gezegd?', vraagt zij, nu hardop. Dit keer lukt het haar om iets van haar oude zelfverzekerde houding terug te krijgen in de toon van haar vraag. En voor de zekerheid, om de ander op afstand te houden, mengt ze het met een beetje spot. Niet te veel, want met deze dame moet je vast niet te veel en te vaak de spot drijven.

Maar Janneke wijkt niet. Ze houdt haar ogen net zo strak gericht op de ogen van de vrouw die nu tegenover haar staat, als andersom. Alsof ze elkaar onder schot houden.

Met eenzelfde ruk als daarvoor richt mevrouw Kalia zich ineens weer tot mevrouw Les Mains en vraagt op gehaaste toon: 'Heeft ze vandaag een voorspelling gedaan?'.

Mevrouw Les Mains schudt ontkennend haar hoofd. Janneke snapt er niks van en deinst ineens een beetje terug als plotseling mevrouw Kalia met haar wijsvinger over een plekje op haar voorhoofd begint te wrijven. 'Nee, ik zie het. Haar derde oog zit nog dicht. Laat maar. Ik dacht even...'.

De normaliteit keert weer terug. Zo snel als ze verdwenen was, is ze ook weer terug.
Janneke wrijft over haar voorhoofd. 'Mag ik even vragen wat dat te betekenen had? Probeer je me te betoveren ofzo. Ik voel me helemaal bibberig', Janneke rilt. Ze heeft het gevoel alsof een stevige kou haar overvalt.

'Sorry', zegt mevrouw Kalia haar van opzij aankijkend. 'Het was niet mijn bedoeling je te laten schrikken'.

'Mag ik even weten waar dit over gaat? Er beginnen mij wat raadselachtigheden op te vallen', lichte wrevel maakt zich meester van Janneke. 'Eerst was daar dat rare blok hout, met die vingerafdruk en nu... nu druk jij zomaar jouw vingerafdruk op mijn hoofd. Gaat het wel goed hier allemaal?'.

'Welk blok hout?', vraagt mevrouw Kalia onverwacht alert aan mevrouw Les Mains. Het enige dat ze terugkrijgt is een indringende blik.
'Je bedoelt....?', vraagt mevrouw Kalia. Het enige dat mevrouw Les Mains doet, is knikken. Heel zachtjes knikken.

Mevrouw Kalia fluit tussen haar tanden door en zegt: 'Nou, in Dat geval... laat ik jullie weer even alleen'. En, snel rekent ze af, draait zich om, zegt zonder hen nog aan te kijken: 'Tot ziens' en stapt met flinke pas in de richting van de winkeldeur.

Op het moment dat ze de deurkruk naar beneden duwt, is het alsof er op hetzelfde moment iets gebeurt in het hoofd van Janneke. Een zachte klik. Een glanzend glazen balletje dat gaat rollen. Van heel hoog, naar heel laag. Steeds meer in snelheid toenemend. Het balletje weerspiegelt een gezicht.  Een lachend kindergezicht. Is zij dat? Ja, dat is ze zelf. Ze houdt iets vast. Een toverstokje. Een herinnering komt op, dwarrelt door haar heen als een zachte zucht, terwijl het balletje dat haar gezicht weerspiegelt in volle vaart door rolt. Zo van boven naar beneden, in haar hoofd. En....

De herinnering weekt zich los. Een echo klikt van links naar rechts.

'Ik werd toen zeven en was verkleed als een tovenares'.

Ze valt in gedachten nu zelf naar beneden. Wat eerst het balletje was, is zij nu zelf. Ze wint aan snelheid. Sneller en sneller. Het balletje rolt. Zijzelf rolt. En schiet dan ineens als een kogel uit een loop. Zonder dat ze door heeft wat ze doet, zonder dat ze het gevoel heeft dat ze zichzelf bestuurt, rent ze op mevrouw Kalia af en zegt, als ze vlakbij haar is, buiten adem, alsof ze net een marathon heeft gelopen:

'Vertrouw. Het komt goed. Het Is goed'.

Dan valt ze stil.
Mevrouw Kalia kijkt over haar heen naar mevrouw Les Mains. Al wat zij terug krijgt is een glimlach. Niet gemeen. Niet vriendelijk. Gewoon een glimlach.
Richt vervolgens haar blik weer op Janneke.
Knikt.
En verlaat de winkel.

De deur klikt zachtjes dicht.

Klik klak hakken verwijderen zich.
Ze verdwijnen de winkelstraat in.
De hoek om.

Stilte.

Twee zachte handen, op elke schouder een.
Een vriendelijke stem die zegt: 'En nu even pauze. Kom'.

Mevrouw Les Mains loodst haar mee. Terug naar de keuken. Terug naar de houten tafel. Terug naar het pannetje met chai latte. Dat nog steeds op staat en heerlijk ruikt. Twee mokken op de houten tafel. Musjes die kwetteren. Koolmeesjes die buitelen. Ondersteboven aan een rits pindanootjes. In een oude stadstuin. Een blokje hout met een vingerafdruk in was.

'De opvolger', echoot het door haar lijf.

Hetzelfde als daarnet.
En zo volstrekt helemaal niet.
Alsof... alles anders is.
Ineens.
Er klopt niks meer van.
En tegelijkertijd zo helemaal wel.

'Wie ben ik?', vraagt Janneke ineens vertwijfelt.
'Wat gebeurt er met me?'.
'Ik voel me zo raar. Ik ben bang'.

Mevrouw Les Mains houdt haar vast. Zachtjes. Een warme omhelzing.

'De ineenstorting van de werelden'.

Een glimlachende stem.
Armbanden die rinkelen.
Hoog en vriendelijk.

En Janneke....

Ze huilt.

Zomaar.
Plotseling.
Tranen rollen.
Als glazen bolletjes.
Over haar wangen.

Ze huilt.

Om het verdriet.
Om het geluk.
Om alles.
En om niets.

Helemaal niets.


Wordt vervolgd.... met morgen... de Ont-Knoping.

zaterdag 30 januari 2016

De Versteende Harten

Bij de toonbank aangekomen, ziet Janneke dat mevrouw Les Mains iets tevoorschijn heeft gehaald. Ze legt wat ze heeft, en wat mevrouw Kalia blijkbaar nodig heeft, voorzichtig op de toonbank. Janneke kijkt eens goed. Buigt zich voorzichtig naar voren, een en al aandacht. 

'Wat zijn dat?', vraagt Janneke, terwijl ze recht op haar doel afstevent.
'Dat zijn de Versteende Harten', luidt het antwoord van mevrouw Kalia. 'Ik gebruik ze in mijn lessen 'Dagelijkse magie', bij het thema 'Liefdesmagie'. Ik ben trouwens Elvira Kalia, docent aan het Pentragram College, aangenaam'.

Ze steekt haar hand uit naar Janneke. Janneke schudt deze zonder nadenken, terwijl haar blik gericht blijft op de twee stenen in de vorm van een hart, die op de toonbank liggen.

'Zijn ze echt?', vraagt Janneke zonder geloof in hun echtheid.

Mevrouw Kalia laat Jannekes hand weer los en haalt haar schouders op. 'Wat is echt?', stelt zij als wedervraag. 'Nou, lijkt me duidelijk. Alles dat je vast kunt pakken, aan kunt wijzen, voelen ... met je handen. Dat.', somt Janneke op, weer iets van haar oude kracht voelend. De kracht van... tja, de verloren piraat, zoals mevrouw Les Mains het noemde.
'Oke, dan zijn deze echt', is het laconieke antwoord van de dame naast haar.

'Maar', hervat Janneke haar betoog, 'ik bedoel 'echt' in de zin van 'Zijn dit echte versteende harten'?'. Janneke gaat tot de bodem.

'Voel maar', mevrouw Kalia drukt haar een van de stenen harten in haar hand.

'Voelen? Ze zijn koud. Hard. Van steen. Maar daarmee weet ik toch niet of dit ooit echte harten zijn geweest die in een warm lichaam hebben geklopt'.
'Klopt. Ik doel ook niet op dat soort 'Voelen'. Je kunt ook nog op een andere manier voelen'.
'Aftasten', constateert Janneke. 'De soort voorzichtigheid als je ergens nieuw bent. Bedoel je dat?'.
'Dat is ook een manier van voelen, inderdaad. Maar, er is nog een soort 'Voelen'.mevrouw Kalia kijkt haar vriendelijk aan. Zoveel vriendelijker dan ze op het eerste gezicht lijkt te zijn. 'Voelen met je hart'.

'Jaja...', begint Janneke. Maar, daar laat ze het bij. Tot haar eigen verbazing. Want, vreemd genoeg lijkt iets in haar haar vertrouwde scepsis dit keer niet te kunnen oproepen. Alsof er een soort vermoeidheid over haar komt. Een soort opgeven. Een weigering die diep vanuit haar binnenste komt. Alsof haar lichaam, haar lijf ineens zegt: 'Ho, stop nu maar even. Ik heb hier nu geen energie voor'.

Rustig legt ze het stenen hart terug.

'Er hoort een legende bij deze stenen', begint mevrouw Les Mains. 'Een oud verhaal. Een, zo je wilt, magisch verhaal. Uit de tijd dat dit winkeltje net bestond en nog een ruime klandizie had. Klanten uit allerlei windstreken. Van heinde en verre kwamen de mensen om hun handen te laten lezen en om magische artefacten te kopen. Of te ruilen. Deze stenen harten komen uit Transylvanie om precies te zijn. Meegenomen door een familielid van een van de eerst eigenaars van dit pand'.

'Transylvanie? Daar komt graaf Dracula toch vandaan? Is dit zijn hart. En dat van zijn vrouw zeker?', een smalend lachje.

'De harten vertellen het verhaal van een versteende liefde. Dat is niet precies het verhaal van Graaf Dracula. Het verhaal gaat dat dit de harten zijn van een man en een vrouw die zoveel van elkaar hielden dat ze Juist Daarom hun harten lieten verstenen. Het was in een periode dat de Graaf heel actief was. Hij was op zoek naar verse bruiden. In die dagen woonden in diezelfde streek een man en een vrouw die elkaars ziel waren. Hij was de hare en zij was de zijne. Zielsverwanten is in zo'n geval zacht, heel zacht, uit gedrukt. Ze waren... elkaar. En ze hielden van elkaar. Zoals zij van zichzelf hielden. Onvoorwaardelijk. Compleet. Oneindig. Ze waren net getrouwd en dachten na over kinderen. Een groot gezin wilden ze stichten, om hun kinderen te laten delen in hun oneindige liefde voor elkaar en zo hun liefde over de wereld te verspreiden. Zodat deze mooier zou worden. En liefdevoller'.

'Maar op een dag bereikt het bericht hun dorp dat graaf Dracula nieuwe bruiden aan het verzamelen is. De vrouw van dit stel, een mooie jonge vrouw, loopt direct groot gevaar. Een gevaar dat beiden onder ogen zien. Na een nacht vol angst en beven, diep in elkaars armen weg gekropen, opschrikkend van elk geluid dat ze in en om hun huis horen, besluiten ze een rigoreuze, afdoende, eeuwig bescherming biedende maatregel te nemen. Ze gaan de volgende dag op pad, naar een dorpje in een hoger gelegen gebied. Nemen daar de afslag naar het bos. En komen ten slotte, vlak voor de avond valt, aan bij een verscholen huisje. Daar woont een magier. Een krachtige man. Die voor geen vampier bang is. En die als geen ander een tegenmaatregel weet ... tegen Graaf Dracula'.

'De tegenmaatregel van de magier is er echter niet zomaar een. Het is de meest krachtige die er bestaat. Een maatregel die hen zelfs in de dood behoudt voor de uitzuigende werking van een vampier. Voor eeuwig en altijd. Hun liefde behoudend. In steen gevangen. En uitstralend daar waar ze beiden, in elkaars samenzijn, worden bewaard.
Het enige is, dat de maatregel niet, of slechts heel moeilijk, ongedaan kan worden. Want als er een weg terug is, weet je nooit wie deze weg inzet. Dat kan een goedwillend persoon zijn, maar dus ook de vampier, de ondode'.

Een geladen stilte daalt neer, zodra mevrouw Les Mains stopt met vertellen. Na even nadenken, zegt Janneke: 'Zo, dat is dus de legende die bij deze stenen hoort. Tja. Wie zegt dat ze niet gewoon ergens in een bergriviertje zijn gevonden. Of langs het strand. Of... Nou ja, ga zomaar door', wierp Janneke tegen. 'Waar zijn ze eigenlijk voor?'.

'Om een Liefdesband te bekrachtigen', antwoordt mevrouw Kalia.

En Janneke, journalist als zij is, kan de vraag die nu in haar op komt, niet tegenhouden en prompt en plompverloren zegt ze:

'Ga je trouwen?'.


De Versteende Harten



Wordt vervolgd....

vrijdag 29 januari 2016

De schoenen van Elvira Kalia

Weer klingelt de bel. Janneke schenkt er geen aandacht aan. In gedachten staat ze voor zich uit te staren. 'Is het waar?'. vraagt ze zich af. 'Is het waar, dat een daad uit het verleden, een beslissing van een instituut, misschien van 1 man, voor zoveel, langdurig leed heeft gezorgd? Is het waar, dat een rigoreuze daad zo'n  groot gevolg had... tot op de dag van vandaag? En, plotseling, als een pijnlijke flits, met een meedogenloze scherpte de vraag: 'Waar zouden we gestaan hebben, nu op dit moment, als de inquisitie Niet had plaats gevonden?'.

Janneke voelt een rilling opkomen. Denkt aan Noord-Korea. En het vergelijk met ons, nu, hier. 'Zijn we hetzelfde?', vraagt ze zich af. 'Innerlijk gezien. Of is dat te sterk gesteld? Zijn wij .... misschien ... net als zij... schapen in een soort wei? Is het - misschien - zo dat ons hele drukke gedoe van ons dagelijks bestaan niets meer en niets minder is dan de devotie van de Noord-Koreanen voor hun leider?'

Ze kijkt naar het zwarte boekje dat mevrouw Les Mains in haar handen houdt. Een boekje dat voor zoveel gruwelijkheden heeft gezorgd. En dat haar nu in zulk, onverwacht, diep gepeins doet verzinken.

Naast haar hoort ze mevrouw Les Mains fluisteren: 'Kijk wie we daar hebben. Elvira Kalia. Wat leuk.'. Janneke kijkt met een ruk op. In de richting van de deur.

Met het verhaal van mevrouw Les Mains nog in haar hoofd, boezemt wat ze ziet haar direct angst in. Er gaat opnieuw een rilling door haar heen. Mevrouw Les Mains ziet het. Wrijft even over haar rug en zegt zachtjes: 'Niets om je zorgen over te maken. Dat is mevrouw Elvira Kalia, hoofddocent Dagelijkse Magie op het Pentagram College. Een alom gerespecteerd magica. Om precies te zijn, zij is Magica Excellente'.

Ze kijkt even opzij om te kijken of Janneke haar kan volgen. Dat blijkt niet het geval, dus legt ze uit: 'Mevrouw Kalia werkt puur en alleen vanuit haar eigen verbinding met het Al. Zij is dus nergens bij aangesloten als het gaat om instituten, covens, genootschappen of verenigingen. Dat maakt haar ook weleens lastig in te schatten voor veel mensen. Juist, omdat ze zich nergens bij aansluit. Ook niet bij initiatieven die zij toejuicht. Ze wil onafhankelijk blijven. Dat is beter voor haar magie, zegt ze zelf.'.

Mevrouw Les Mains stopt even. Denkt snel na, om met iets van onderdrukte grimmigheid te vervolgen met: 'Volstrekt eigenwijs... dat zou je d'r ook kunnen noemen'.

De vrouw blijft aan het begin van de winkel staan en duikt een rek met kledingstukken in.

'Een beetje een loner, dus?', constateert Janneke. 'Is ze wel te vertrouwen dan. Ze ziet er zo.... ', Janneke zwijgt. Ze kan het niet goed omschrijven.

Wat ze ziet is een lange slanke vrouw met lange blonde haren, een jas met panterprint, een zwarte catsuite en schoenen.... Janneke moet er even van zuchten. In gedachten. Hoge hakken en puntige neuzen. Dat ze er op kan lopen. En ook nog zo elegant als een kat.

Het is daarmee een heel andere verschijning dan mevrouw Les Mains, die meer iets van een gezellige rode huiskat in zich draagt, en Melchior van zojuist. Maar toch, op de een of andere manier... is deze mevrouw Kalia wel met hen verbonden.

'Een loner?', mevrouw Les Mains kijkt haar nadenkend aan. 'Zo zou ik haar nou niet direct willen noemen. Ze ligt erg goed bij haar leerlingen. Die lopen met haar weg. Al hangt misschien een zweem van eenzaamheid om haar heen.', en op fluistertoon gaat ze verder: 'Maar ze is niet alleen. Zij heeft een vriend'. En veelbetekenend kijkt ze Janneke aan. Met haast iets guitigs in haar blik.

'Ah, en is hij leuk?', vraagt Janneke bijna iets te hardop. En ineens is Janneke het hele verhaal van de inquisitie vergeten, want wat er nu op haar pad komt, doet haar journalisten-oren spitsen. Spanning en sensatie op het vlak van de liefde lijken aan bod te komen. En dat garandeert hoge lees-cijfers. Romantiek en zwijmelarijen. Met een magisch tintje. 'Gaan ze trouwen?', flapt Janneke er gretig uit.

'Nee, ze gaan niet trouwen', is mevrouw Les Mains ontnuchterende reactie. 'Het is wel flink aan tussen die twee, maar trouwen? Zij tweeen. Nooit van zijn leven niet'.

'Hoezo?', wil Janneke weten. 'Hebben ze dan allebei nog een ander? In ieder geval van haar zou je zoiets wel denken, als je haar zo ziet.'.

'Neeee, niet zoiets. Ze hebben het allebei gewoon te druk. Met hun werk. Zowel zij, als meneer Griffioen zijn erg plichtsgetrouw, als het gaat om hun werk.'.

'Meneer Griffioen?', vraagt Janneke gretig. 'Heet haar vriend meneer Griffioen?' Mevrouw Les Mains kijkt haar snel even aan: 'Ja, zo heet hij. Een absolute standing magier. Reist de hele wereld over om lezingen te houden over zijn kijk op wat er op dit moment op magisch gebied aan de hand is. Want er is van alles aan de hand, weet je. Dat hangt weer samen met wat ik je net vertelde, over de inquisitie. We leven nu in de tijd waarin alle magische mensen weer langzaam opkrabbelen. We beginnen een beetje op adem te komen. Hij begeleidt dat proces. Geeft mensen inzicht in waar ze vandaan komen. Spreekt ze moed in. Geeft aan dat als zij voorspellende dromen hebben, ontmoetingen met intergalactische collega's of mensen uit een vorig leven ontmoeten met herinnering en al, dat zij dan niet gek zijn, of gevaarlijk,  - de oude riedel van de inquisitie - maar dat dat natuurlijk is en bij hen hoort. Dat het goed is'.

'Zijn jullie er allemaal zo serieus mee bezig?', vraagt Janneke verbaast. 'Ik dacht dat dit allemaal onschuldige kermis was... Beetje handlezen. Wat prulletjes verkopen. Wierookje, muziekje, chai latte...'. De wenkbrauwen van mevrouw Les Mains gaan even heel ver omhoog. Zo hoog dat ze bijna onder haar haargrens verdwijnen. Janneke schiet nog net niet in de lach. 'Ik ben van 'TZalWel, weet je nog', ze herinnert mevrouw Les Mains er voor de zekerheid nog maar even aan.
'Ja, dat weet ik', zegt mevrouw Les Mains nuchter. Maar misschien met toch iets van teleurstelling in haar stem.

Mevrouw Les Mains haalt haar schouders op. 'Maar goed. Waar het op neerkomt, is dat mevrouw Kalia en Meneer Griffioen, ook al houden ze zielsveel van elkaar en beleven ze grootse en magische avonturen - het zijn immers magiers - toch apart blijven. En dat doet zichtbaar pijn. Ze dragen dat allebei met zich mee, en om zich heen', en iets van ouderwets sentiment drijft het gesprek binnen.

'De ellende is dat het beide van die grote magiers zijn. Die reppen met geen woord over wat er in hen omgaat. Dat houden ze voor zichzelf. Ze zijn  nogal trots. Zeg maar gerust, koppig. Allebei.'. Janneke kan duidelijk zien, dat dit mevrouw Les Mains niet zint.

'Haar handen mag ik ook al niet lezen', gaat ze op iets luidere fluistertoon verder. 'Ze is zelfvoorzienend, snap je. Helder van zichzelf en weet voor zichzelf voldoende over haar eigen pad. En dat maakt het zo lastig! Ik kan haar niet helpen! Maar ik wil haar zo graag helpen, want ik zie dat ze lijdt. Dat ze heel erg lijdt. Aan hem kan ik het niet zo zien. Hij is een gezien man en weet zich wel goed te houden. Maar zij. Het maakt haar eerder .. een beetje afschrikwekkend. En dat is zo zonde, want ze is zo leuk.'. Mevrouw Les Mains zucht. En Janneke voelt iets van sensatiezucht onder het medeleven van mevrouw Les Mains uitkomen.

Janneke vindt het een smeuiig verhaal. Al gelooft ze er eigenlijk geen woord van en heeft ze een klein beetje het gevoel zich plotseling in een soort dierentuin te bevinden. Een dierentuin waar je vanachter een overvolle tafel met allerlei prullaria ineens een magica in panterjas en met hele hoge hakken kan spotten. Alsof je op safari bent, en bijna uitgestorven dieren zomaar zonder verrekijker kunt bekijken.

Ze vindt het maar een beetje apart allemaal. Erg apart. Maar goed, daarom werkt ze ook bij 'TZalWel, en daarom is ze ook hier.

Verdere uitleg blijft uit, want de aandacht van mevrouw Les Mains is nu volledig gericht op de lange dame die hun richting op komt.

'Elvira, lieverd, wat Fijn jou te zien', zegt ze met een warme stem waar medeleven in doorklinkt. De lange dame loopt op mevrouw Les Mains af. De twee omhelzen elkaar. 'Goed dat je er bent, Elvira. Mag ik je voorstellen aan mijn gast. Dit is Janneke Druif. Van 'TZalWel'.

Een stralende lach breekt door op het gezicht van mevrouw Kalia. 'Wat leuk, 'TZalWel', nou, wat een eer jou een keer te mogen ontmoeten'. Janneke weet niet hoe ze het heeft. Deze dame zegt tegen haar dat het een eer is, haar te ontmoeten!? Terwijl zij... Janneke... welbeschouwd... tot de tegenpartij hoort.

'Eh... ja, leuk u te ontmoeten. Komt u hier vaak?', ratelt Janneke maar wat voor zich uit. Niet wetend wat ze deze mevrouw, waar ze toch een beetje bang van is, zou moeten ... of mogen... vragen.

Mevrouw Kalia blijft vriendelijk lachen, waarna ze zich tot mevrouw Les Mains richt. Met een in de oren van Janneke wel heel vreemde vraag:

'Zijn de Versteende Harten al binnen?'

Mevrouw Les Mains loopt gelijk door naar de toonbank. En zegt: 'Ja, loop maar mee'. Wat mevrouw Kalia zonder aarzelen doet. Tot verbazing van Janneke. Want haar hakken... die hakken! Daar zou een normaal mens niet op kunnen lopen. Zonder te wiebelen. En deze vrouw... Zonder mankeren loopt ze elegant de winkel door. Ze hoeft niet eens met haar armen te zwaaien, alsof ze een koorddanseres is die haar best moet doen om haar evenwicht te bewaren. Ergens hoog in de lucht.
Zonder om te vallen, loopt ze zomaar achter mevrouw Les Mains aan.

Janneke zucht nog maar eens. Lichtelijk jaloers, op zoveel elegantie. Zich stiekem in stilte afvragend hoe mevrouw Kalia's vriend er uit zou zien.

Maar van mevrouw Kalia's liefdesleven zijn ze inmiddels overgegaan op een nog veel raadselachtiger onderwerp: Versteende harten. Het enige dat Janneke nu weet te doen, is achter de twee dames aan lopen, benieuwd naar wat er daar bij de toonbank gebeurt.

Wordt vervolgd....


donderdag 28 januari 2016

Gruwels en waanzijn

Zodra Melchior uit het zicht verdwenen is, loopt mevrouw Les Mains naar een kast aan de rechter wand van de winkel. Een kast vol boeken. Vol in de zin van Vol. Stapels en stapels. Boeken met nieuwe kaften, met oude kaften. Boeken met scheuren en kaarsvet spetters. Boeken met glanzende kaften, op het glossy af.

Boeken, boeken, boeken.

'Hebbes', hoort ze mevrouw Les Mains zeggen. Ze haalt een klein oud zwart boekje tevoorschijn. 'Het Libellum de Inquisition. Het boekje van de inquisitie. Een duivels dingetje'.

'Duivels?', herhaalt Janneke. 'In de zin van een sikje, bokkenpootjes en een staart?'.

'Nee nee', mevrouw Les Mains kijkt haar gehaast aan, 'nee, in geen geval. Waar je het nu over hebt, is Pan, in het Grieks. Cernunnos, in het Keltisch. De god van het woud, in beide tradities. De Vader-god'.

'En waar blijft de duivel dan?', Jannekes gezicht staat op afkeurend. Want, waar komt dit nou allemaal weer vandaan? Pan, oke, die hoorde bij de Grieken. Ooit geleerd op school. Toen de leraar Maatschappijleer het plotseling op zijn heupen kreeg en de herkomst van religie wilde aantonen. Niemand die er wat van snapte. Maar goed. En Cernunnos. Da's zeker weer wat moderns. Of ouds. In een modern jasje... Ja ja... T Zal Wel.

Ze besluit haar gedachten niet te delen. Ze zou ze opschrijven. Thuis. Strakjes. Mooi voor in haar artikel.

En hoewel mevrouw Les Mains van alles naast zich voelt gebeuren, besluit ze zich voor het moment te richten op het boekje dat zij vasthoudt. Ze slaat het open op een willekeurige bladzijde en leest:

Libellum de Inquisition, Exorcismus.
'Dit boekje werd ten tijde van de inquisitie gebruikt door de inquisiteurs om duivels uit te drijven', begint ze.

'Duivels? Maar je zegt net dat die niet bestaan!', roept Janneke uit.

'In ons pantheon niet, nee. Wij erkennen de duivel niet, omdat die niet voortkomt uit ons wereldbeeld', legt mevrouw Les Mains geduldig uit. 'Wij zijn nooit mee gegaan in de scheuring die in de Middeleeuwen is aangebracht in de Levenskracht. Die bestaat namelijk uit alle facetten. Alle kleuren van de regenboog. Lichte tinten en donkere tonen. Alles hoort erbij en bij elkaar. Maar, zodra de inquisitie kwam, werd hier een scheuring in aangebracht. Een scheuring tussen Goed en Kwaad. Licht en Donker.

Wij gaan daar niet in mee. Alles is immers 1. Een energie. Een kracht. Levenskracht'.

'Ja, maar zo kan iedereen de wereld wel naar zijn hand zetten', werpt Janneke tegen. 'Een duivel is een duivel, of je er nu in gelooft of niet. Ikzelf geloof er niet in. Ik geloof helemaal nergens in. Wel zo makkelijk.'. Janneke weet nog net een gnuif te onderdrukken.

'Dat is nou precies wat er gebeurd is', roept mevrouw Les Mains uit. 'Iedereen kan de wereld naar zijn hand zetten. En als je genoeg geld, of juist een gebrek aan middelen, hersenspoeling en angst in zet, dan zijn de mensen bereid om te geloven wat je wilt dat ze geloven. Als je die hersenspoeling voortzet via alle kanalen die macht vertegenwoordigen in een samenleving, dan moet je een knappe jongen of meid zijn om onder die druk uit te komen. Om Niet mee in de pas te gaan lopen. Als het dan ook nog eens je leven kan kosten als je niet mee doet... dan ... tja... dan rest je niets anders dan ... in de pas mee te lopen'.

'Doel je nu op wat er gebeurt in Noord-Korea?', vraagt Janneke, denkend aan de beelden die onlangs uit dat hermetisch afgesloten land zijn gesijpeld.

'Noord-Korea is wat werkwijze betreft het moderne voorbeeld. Het IS-gebied. Zelfde methodieken. Daarom zei Melchior net... Het is er nog steeds. Ook dichterbij huis. Macht, middelen, of een gebrek aan middelen en boven alles Angst. Dat zijn de ingredienten van mensen die vanuit hun Gruwels en Waanzijn macht willen hebben. Zij zaaien angst, dood en verderf en gaan ondertussen....'.

'... zelf lekker champagne zitten drinken'.

'Ja, bijvoorbeeld. In het geval van Noord-Korea, ja. Bij IS ligt dat net weer iets anders. Voor zover we nu kunnen overzien. Daar zit, net als bij de inquisitie, religieus fanatisme achter. En ook hier een heeeeel erg ongezond Vrouw-Beeld. Het verschil met de inquisitie is dat de inquisitie een decadente kant had. Een heel erg decadente kant. Het instituut dat achter de inquisiteurs stond, was naast macht en aanzien ook uit op geld en goederen'.

Mevrouw Les Mains kijkt Janneke onbewogen aan, om te vervolgen met haar redenering:

'Aan Noord-Korea kan je zien wat onderdrukking van drie, vier generaties met mensen doet. Ze vervallen in devotie, in dit geval voor 'hun' leider. Een devotie die gekoppeld is aan onderdrukking, en niet voortkomt uit een rijk innerlijk gevoelsleven. Het gevoelsleven van deze mensen is hoogst waarschijnlijk dood. Daardoor zijn ze alleen nog maar bestuurbaar door impulsen van buitenaf. En omdat dat via angst- en afhankelijkheidsimpulsen gebeurt, vindt er geen groei plaats, maar verval'.

Tot zover kan Janneke haar volgen.

'Als je dan bedenkt dat de inquisitie een aantal eeuwen zijn werk heeft kunnen doen, dan kun je ook bedenken hoe veel mensen er in onze contreien - innerlijk gezien - aan toe zijn'. Janneke kijkt op. 'Bedoel je dat je ons met de Noord-Koreanen kan vergelijken? Maar, wij hebben het toch veel beter!'.

'Fysiek gezien ontbreekt het ons aan niets. Voeding, kleding, woningen, gezondheidszorg, onderwijs, veiligheid, vrijheid van meningsuiting, noem maar op. De peilers van een beschaafde samenleving. Ze zijn allemaal voorhanden. Wat er bij een groot deel van de mensen echter ontbreekt, is het contact met het innerlijke leven. Ook de meesten van ons Westerlingen leven - Onder Invloed van de trend die in de donkere Middeleeuwen is ingezet - buiten onszelf. De meesten van ons staan niet in contact met ZichZelf, maar leven op basis van impulsen die van buitenaf komen. Werk, familie, het nieuws - en dan vooral Wat er getoond wordt - , trends die gevolgd 'moeten' worden', mevrouw Les Mains is haast niet te stoppen. 

'Is dat erg dan?', snel gooit Janneke haar vraag tussen het plotselinge spervuur aan informatie, dat uit de vrouw tegenover haar komt. Alsof er zojuist op een geheim knopje is gedrukt, bij het aanraken van het duistere boekje dat ze in haar handen houdt.

Mevrouw Les Mains is even stil. Heeft ze gevoeld, wat Janneke dacht? Over het plotselinge spervuur van informatie? Of peinst ze gewoon even voor zich uit, terwijl ze nadenkt over Jannekes vraag. Hoe het ook zij, ze pakt haar draad al snel weer op.

'Is dat erg?', herhaalt mevrouw Les Mains in gedachten, om daarna de gedachtestroom die op gang komt te delen: 'Er kan een dag komen waarop het innerlijk doorbreekt. Dat kan, als je erg ver buiten jezelf staat, een heel ingrijpende gebeurtenis zijn. Die heel je leven op zijn kop zet. Als je je dan ook nog eens in een omgeving bevindt, waar men niet Door heeft dat men buiten zichzelf leeft, conservatief is en kostte wat kost de situatie zoals die is, wil vasthouden, dan krijg je het heel erg zwaar te verduren. Daar kun je zelfs aan sterven. Als je niet genoeg van jezelf houdt.
En daarbij, alle problemen waar we nu wereldwijd tegen aan lopen, komen voort uit het feit dat we niet meer verbonden zijn. Niet met onszelf en vanuit onszelf niet meer met elkaar en onze natuurlijke omgeving. Onze innerlijke aansturen, daar waar de magie ligt, zijn velen van ons kwijt. Daardoor voelen zoveel mensen zich leeg, koud, stuurloos, onvervuld en eenzaam. Depressie, burn out en allerhande ziekten liggen dan op de loer. Of dit erg is.... Ja, ik denk het wel. Want, het betreft en raakt ons allemaal.'.

Plotseling ge-irriteerd, veert Janneke op: 'En dat allemaal omdat de inquisitie een paar eeuwen geleden een paar mensen op de brandstapel heeft gezet? Nou, ik zou zeggen, dat is Zooo lang geleden. Tijd heel alle wonden. Oud verdriet slijt met de tijd. En zo zijn er nog wel een paar dingen te bedenken. Get over it!'.

Mevrouw Les Mains haalt haar schouders op, maar voor ze het erbij laat zitten, neemt ze Janneke nog een stapje verder.

'Het was niet alleen het uitroeien van mensen, wat het zo erg maakte. Het ging om het uitroeien van een gedachtegoed. Het hele doel van de inquisitie was: De Magie uitroeien. De persoonlijke magie van de individuele mens. De magie die je onafhankelijk maakt van een instituut. De magie die je helpt jezelf te ontwikkelen. Om tot je volle potentie te komen. De magie die je naar binnen brengt. In JeZelf. De plek waar je de Ander tegenkomt en waar je in verbinding staat met alles wat leeft, ademt, groeit, lief heeft. Dit in plaats van naar een hoogwaardigheidsbekleder te luisteren die het je allemaal wel even verteld. Alle mensen die dat gedachtegoed in zich droegen, leefden, werd letterlijk het vuur aan de schenen gelegd. En dit waren nou juist de mensen die vanuit hun eigenheid op een gezonde manier, vanuit liefde, sturing konden geven, met elkaar aan de wereld.'.

Mevrouw Les Mains peilt even de emoties bij de jonge vrouw naast haar. Janneke vindt het wel even genoeg. Ze weet niet wat ze er van moet denken. Om er maar van af te zijn, kijkt ze naar het grimmige zwarte boekje en leest: 'Exorcismus'. Ze denkt even na. 'Dat is .. duivels uitdrijving toch? Van de film. The Exorcist. Heb je die gezien? Slaat nergens op. Ook al zulke onzin'. Ze haalt haar schouders op. 'Wat maken mensen zich druk! Om zelfverzonnen ideeen! Kunnen ze dan zelf niet even nadenken hoe de dingen zitten'.

'Sommige mensen vinden het prettig als ze niet zelf hoeven nadenken'.

"Hoezo?', roept Janneke uit.

'Omdat ze er niet genoeg energie voor hebben. Of een laag zelfbeeld.'.

'Stom', besluit Janneke.

'Ja, stom, heel erg stom. En gevaarlijk', valt mevrouw Les Mains haar bij.

Janneke kijkt haar plotseling aan. Stil. Peinst even. Zuigt op haar onderlip. Kijkt mevrouw Les Mains opnieuw even aan. 'Wat apart is het', bedenkt ze zich, 'dat we het elke keer, uiteindelijk, ondanks onze verschillen ... toch eens zijn met elkaar'. 


Wordt vervolgd.....