zondag 31 januari 2016

Een onverwachte voorspelling

Mevrouw Kalia, zelfstandig als ze is, in het peilen van haar eigen lot en doel, kijkt - ondanks zichzelf - met een ruk opzij bij het horen van Jannekes vraag. Dieper dan zij zelf wil en zal toegeven, komt de vraag van deze nuchtere journaliste bij haar binnen. Op een plekje, goed verborgen, zo ver mogelijk weg gestopt voor alle heldere mensen in haar omgeving, ligt haar geheim. En dat geheim, een stil verlangen, krijgt nu ineens zuurstof en licht. Dankzij deze Janneke Druif.

Mevrouw Kalia's felle ogen peilen deze jongedame, tot in de diepte van.... iets. Janneke weet niet precies wat er gebeurt. Maar de blik van de dame naast haar... gaat door merg en been. Haar eigen merg en been.

En hoe het komt weet Janneke niet precies, maar er spreekt zoveel terug gehouden emotie uit mevrouw Kalia's blik dat Janneke haast als vanzelf ineenkrimpt.

'Heb ik iets verkeerds gezegd?', schiet er door haar heen. Als een bliksemflits. Pijnlijk. Schel aan haar ogen. Voor het eerst in lange tijd dat dit haar overkomt. En meteen voelt ze zich akelig ongemakkelijk. Ook voor het eerst sinds lange tijd, voor zover zij nu kan nagaan.

'Is dat een voorspelling?', vraagt de blonde vrouw naast haar. Blauwe ogen worden groenig. Vernauwen zich tot spleetjes. Ogen die zich naar haar over buigen. Turen in Jannekes eigen ogen. Janneke knippert. 'Ehhh... heb ik iets verkeerds gezegd?', vraagt zij, nu hardop. Dit keer lukt het haar om iets van haar oude zelfverzekerde houding terug te krijgen in de toon van haar vraag. En voor de zekerheid, om de ander op afstand te houden, mengt ze het met een beetje spot. Niet te veel, want met deze dame moet je vast niet te veel en te vaak de spot drijven.

Maar Janneke wijkt niet. Ze houdt haar ogen net zo strak gericht op de ogen van de vrouw die nu tegenover haar staat, als andersom. Alsof ze elkaar onder schot houden.

Met eenzelfde ruk als daarvoor richt mevrouw Kalia zich ineens weer tot mevrouw Les Mains en vraagt op gehaaste toon: 'Heeft ze vandaag een voorspelling gedaan?'.

Mevrouw Les Mains schudt ontkennend haar hoofd. Janneke snapt er niks van en deinst ineens een beetje terug als plotseling mevrouw Kalia met haar wijsvinger over een plekje op haar voorhoofd begint te wrijven. 'Nee, ik zie het. Haar derde oog zit nog dicht. Laat maar. Ik dacht even...'.

De normaliteit keert weer terug. Zo snel als ze verdwenen was, is ze ook weer terug.
Janneke wrijft over haar voorhoofd. 'Mag ik even vragen wat dat te betekenen had? Probeer je me te betoveren ofzo. Ik voel me helemaal bibberig', Janneke rilt. Ze heeft het gevoel alsof een stevige kou haar overvalt.

'Sorry', zegt mevrouw Kalia haar van opzij aankijkend. 'Het was niet mijn bedoeling je te laten schrikken'.

'Mag ik even weten waar dit over gaat? Er beginnen mij wat raadselachtigheden op te vallen', lichte wrevel maakt zich meester van Janneke. 'Eerst was daar dat rare blok hout, met die vingerafdruk en nu... nu druk jij zomaar jouw vingerafdruk op mijn hoofd. Gaat het wel goed hier allemaal?'.

'Welk blok hout?', vraagt mevrouw Kalia onverwacht alert aan mevrouw Les Mains. Het enige dat ze terugkrijgt is een indringende blik.
'Je bedoelt....?', vraagt mevrouw Kalia. Het enige dat mevrouw Les Mains doet, is knikken. Heel zachtjes knikken.

Mevrouw Kalia fluit tussen haar tanden door en zegt: 'Nou, in Dat geval... laat ik jullie weer even alleen'. En, snel rekent ze af, draait zich om, zegt zonder hen nog aan te kijken: 'Tot ziens' en stapt met flinke pas in de richting van de winkeldeur.

Op het moment dat ze de deurkruk naar beneden duwt, is het alsof er op hetzelfde moment iets gebeurt in het hoofd van Janneke. Een zachte klik. Een glanzend glazen balletje dat gaat rollen. Van heel hoog, naar heel laag. Steeds meer in snelheid toenemend. Het balletje weerspiegelt een gezicht.  Een lachend kindergezicht. Is zij dat? Ja, dat is ze zelf. Ze houdt iets vast. Een toverstokje. Een herinnering komt op, dwarrelt door haar heen als een zachte zucht, terwijl het balletje dat haar gezicht weerspiegelt in volle vaart door rolt. Zo van boven naar beneden, in haar hoofd. En....

De herinnering weekt zich los. Een echo klikt van links naar rechts.

'Ik werd toen zeven en was verkleed als een tovenares'.

Ze valt in gedachten nu zelf naar beneden. Wat eerst het balletje was, is zij nu zelf. Ze wint aan snelheid. Sneller en sneller. Het balletje rolt. Zijzelf rolt. En schiet dan ineens als een kogel uit een loop. Zonder dat ze door heeft wat ze doet, zonder dat ze het gevoel heeft dat ze zichzelf bestuurt, rent ze op mevrouw Kalia af en zegt, als ze vlakbij haar is, buiten adem, alsof ze net een marathon heeft gelopen:

'Vertrouw. Het komt goed. Het Is goed'.

Dan valt ze stil.
Mevrouw Kalia kijkt over haar heen naar mevrouw Les Mains. Al wat zij terug krijgt is een glimlach. Niet gemeen. Niet vriendelijk. Gewoon een glimlach.
Richt vervolgens haar blik weer op Janneke.
Knikt.
En verlaat de winkel.

De deur klikt zachtjes dicht.

Klik klak hakken verwijderen zich.
Ze verdwijnen de winkelstraat in.
De hoek om.

Stilte.

Twee zachte handen, op elke schouder een.
Een vriendelijke stem die zegt: 'En nu even pauze. Kom'.

Mevrouw Les Mains loodst haar mee. Terug naar de keuken. Terug naar de houten tafel. Terug naar het pannetje met chai latte. Dat nog steeds op staat en heerlijk ruikt. Twee mokken op de houten tafel. Musjes die kwetteren. Koolmeesjes die buitelen. Ondersteboven aan een rits pindanootjes. In een oude stadstuin. Een blokje hout met een vingerafdruk in was.

'De opvolger', echoot het door haar lijf.

Hetzelfde als daarnet.
En zo volstrekt helemaal niet.
Alsof... alles anders is.
Ineens.
Er klopt niks meer van.
En tegelijkertijd zo helemaal wel.

'Wie ben ik?', vraagt Janneke ineens vertwijfelt.
'Wat gebeurt er met me?'.
'Ik voel me zo raar. Ik ben bang'.

Mevrouw Les Mains houdt haar vast. Zachtjes. Een warme omhelzing.

'De ineenstorting van de werelden'.

Een glimlachende stem.
Armbanden die rinkelen.
Hoog en vriendelijk.

En Janneke....

Ze huilt.

Zomaar.
Plotseling.
Tranen rollen.
Als glazen bolletjes.
Over haar wangen.

Ze huilt.

Om het verdriet.
Om het geluk.
Om alles.
En om niets.

Helemaal niets.


Wordt vervolgd.... met morgen... de Ont-Knoping.

zaterdag 30 januari 2016

De Versteende Harten

Bij de toonbank aangekomen, ziet Janneke dat mevrouw Les Mains iets tevoorschijn heeft gehaald. Ze legt wat ze heeft, en wat mevrouw Kalia blijkbaar nodig heeft, voorzichtig op de toonbank. Janneke kijkt eens goed. Buigt zich voorzichtig naar voren, een en al aandacht. 

'Wat zijn dat?', vraagt Janneke, terwijl ze recht op haar doel afstevent.
'Dat zijn de Versteende Harten', luidt het antwoord van mevrouw Kalia. 'Ik gebruik ze in mijn lessen 'Dagelijkse magie', bij het thema 'Liefdesmagie'. Ik ben trouwens Elvira Kalia, docent aan het Pentragram College, aangenaam'.

Ze steekt haar hand uit naar Janneke. Janneke schudt deze zonder nadenken, terwijl haar blik gericht blijft op de twee stenen in de vorm van een hart, die op de toonbank liggen.

'Zijn ze echt?', vraagt Janneke zonder geloof in hun echtheid.

Mevrouw Kalia laat Jannekes hand weer los en haalt haar schouders op. 'Wat is echt?', stelt zij als wedervraag. 'Nou, lijkt me duidelijk. Alles dat je vast kunt pakken, aan kunt wijzen, voelen ... met je handen. Dat.', somt Janneke op, weer iets van haar oude kracht voelend. De kracht van... tja, de verloren piraat, zoals mevrouw Les Mains het noemde.
'Oke, dan zijn deze echt', is het laconieke antwoord van de dame naast haar.

'Maar', hervat Janneke haar betoog, 'ik bedoel 'echt' in de zin van 'Zijn dit echte versteende harten'?'. Janneke gaat tot de bodem.

'Voel maar', mevrouw Kalia drukt haar een van de stenen harten in haar hand.

'Voelen? Ze zijn koud. Hard. Van steen. Maar daarmee weet ik toch niet of dit ooit echte harten zijn geweest die in een warm lichaam hebben geklopt'.
'Klopt. Ik doel ook niet op dat soort 'Voelen'. Je kunt ook nog op een andere manier voelen'.
'Aftasten', constateert Janneke. 'De soort voorzichtigheid als je ergens nieuw bent. Bedoel je dat?'.
'Dat is ook een manier van voelen, inderdaad. Maar, er is nog een soort 'Voelen'.mevrouw Kalia kijkt haar vriendelijk aan. Zoveel vriendelijker dan ze op het eerste gezicht lijkt te zijn. 'Voelen met je hart'.

'Jaja...', begint Janneke. Maar, daar laat ze het bij. Tot haar eigen verbazing. Want, vreemd genoeg lijkt iets in haar haar vertrouwde scepsis dit keer niet te kunnen oproepen. Alsof er een soort vermoeidheid over haar komt. Een soort opgeven. Een weigering die diep vanuit haar binnenste komt. Alsof haar lichaam, haar lijf ineens zegt: 'Ho, stop nu maar even. Ik heb hier nu geen energie voor'.

Rustig legt ze het stenen hart terug.

'Er hoort een legende bij deze stenen', begint mevrouw Les Mains. 'Een oud verhaal. Een, zo je wilt, magisch verhaal. Uit de tijd dat dit winkeltje net bestond en nog een ruime klandizie had. Klanten uit allerlei windstreken. Van heinde en verre kwamen de mensen om hun handen te laten lezen en om magische artefacten te kopen. Of te ruilen. Deze stenen harten komen uit Transylvanie om precies te zijn. Meegenomen door een familielid van een van de eerst eigenaars van dit pand'.

'Transylvanie? Daar komt graaf Dracula toch vandaan? Is dit zijn hart. En dat van zijn vrouw zeker?', een smalend lachje.

'De harten vertellen het verhaal van een versteende liefde. Dat is niet precies het verhaal van Graaf Dracula. Het verhaal gaat dat dit de harten zijn van een man en een vrouw die zoveel van elkaar hielden dat ze Juist Daarom hun harten lieten verstenen. Het was in een periode dat de Graaf heel actief was. Hij was op zoek naar verse bruiden. In die dagen woonden in diezelfde streek een man en een vrouw die elkaars ziel waren. Hij was de hare en zij was de zijne. Zielsverwanten is in zo'n geval zacht, heel zacht, uit gedrukt. Ze waren... elkaar. En ze hielden van elkaar. Zoals zij van zichzelf hielden. Onvoorwaardelijk. Compleet. Oneindig. Ze waren net getrouwd en dachten na over kinderen. Een groot gezin wilden ze stichten, om hun kinderen te laten delen in hun oneindige liefde voor elkaar en zo hun liefde over de wereld te verspreiden. Zodat deze mooier zou worden. En liefdevoller'.

'Maar op een dag bereikt het bericht hun dorp dat graaf Dracula nieuwe bruiden aan het verzamelen is. De vrouw van dit stel, een mooie jonge vrouw, loopt direct groot gevaar. Een gevaar dat beiden onder ogen zien. Na een nacht vol angst en beven, diep in elkaars armen weg gekropen, opschrikkend van elk geluid dat ze in en om hun huis horen, besluiten ze een rigoreuze, afdoende, eeuwig bescherming biedende maatregel te nemen. Ze gaan de volgende dag op pad, naar een dorpje in een hoger gelegen gebied. Nemen daar de afslag naar het bos. En komen ten slotte, vlak voor de avond valt, aan bij een verscholen huisje. Daar woont een magier. Een krachtige man. Die voor geen vampier bang is. En die als geen ander een tegenmaatregel weet ... tegen Graaf Dracula'.

'De tegenmaatregel van de magier is er echter niet zomaar een. Het is de meest krachtige die er bestaat. Een maatregel die hen zelfs in de dood behoudt voor de uitzuigende werking van een vampier. Voor eeuwig en altijd. Hun liefde behoudend. In steen gevangen. En uitstralend daar waar ze beiden, in elkaars samenzijn, worden bewaard.
Het enige is, dat de maatregel niet, of slechts heel moeilijk, ongedaan kan worden. Want als er een weg terug is, weet je nooit wie deze weg inzet. Dat kan een goedwillend persoon zijn, maar dus ook de vampier, de ondode'.

Een geladen stilte daalt neer, zodra mevrouw Les Mains stopt met vertellen. Na even nadenken, zegt Janneke: 'Zo, dat is dus de legende die bij deze stenen hoort. Tja. Wie zegt dat ze niet gewoon ergens in een bergriviertje zijn gevonden. Of langs het strand. Of... Nou ja, ga zomaar door', wierp Janneke tegen. 'Waar zijn ze eigenlijk voor?'.

'Om een Liefdesband te bekrachtigen', antwoordt mevrouw Kalia.

En Janneke, journalist als zij is, kan de vraag die nu in haar op komt, niet tegenhouden en prompt en plompverloren zegt ze:

'Ga je trouwen?'.


De Versteende Harten



Wordt vervolgd....

vrijdag 29 januari 2016

De schoenen van Elvira Kalia

Weer klingelt de bel. Janneke schenkt er geen aandacht aan. In gedachten staat ze voor zich uit te staren. 'Is het waar?'. vraagt ze zich af. 'Is het waar, dat een daad uit het verleden, een beslissing van een instituut, misschien van 1 man, voor zoveel, langdurig leed heeft gezorgd? Is het waar, dat een rigoreuze daad zo'n  groot gevolg had... tot op de dag van vandaag? En, plotseling, als een pijnlijke flits, met een meedogenloze scherpte de vraag: 'Waar zouden we gestaan hebben, nu op dit moment, als de inquisitie Niet had plaats gevonden?'.

Janneke voelt een rilling opkomen. Denkt aan Noord-Korea. En het vergelijk met ons, nu, hier. 'Zijn we hetzelfde?', vraagt ze zich af. 'Innerlijk gezien. Of is dat te sterk gesteld? Zijn wij .... misschien ... net als zij... schapen in een soort wei? Is het - misschien - zo dat ons hele drukke gedoe van ons dagelijks bestaan niets meer en niets minder is dan de devotie van de Noord-Koreanen voor hun leider?'

Ze kijkt naar het zwarte boekje dat mevrouw Les Mains in haar handen houdt. Een boekje dat voor zoveel gruwelijkheden heeft gezorgd. En dat haar nu in zulk, onverwacht, diep gepeins doet verzinken.

Naast haar hoort ze mevrouw Les Mains fluisteren: 'Kijk wie we daar hebben. Elvira Kalia. Wat leuk.'. Janneke kijkt met een ruk op. In de richting van de deur.

Met het verhaal van mevrouw Les Mains nog in haar hoofd, boezemt wat ze ziet haar direct angst in. Er gaat opnieuw een rilling door haar heen. Mevrouw Les Mains ziet het. Wrijft even over haar rug en zegt zachtjes: 'Niets om je zorgen over te maken. Dat is mevrouw Elvira Kalia, hoofddocent Dagelijkse Magie op het Pentagram College. Een alom gerespecteerd magica. Om precies te zijn, zij is Magica Excellente'.

Ze kijkt even opzij om te kijken of Janneke haar kan volgen. Dat blijkt niet het geval, dus legt ze uit: 'Mevrouw Kalia werkt puur en alleen vanuit haar eigen verbinding met het Al. Zij is dus nergens bij aangesloten als het gaat om instituten, covens, genootschappen of verenigingen. Dat maakt haar ook weleens lastig in te schatten voor veel mensen. Juist, omdat ze zich nergens bij aansluit. Ook niet bij initiatieven die zij toejuicht. Ze wil onafhankelijk blijven. Dat is beter voor haar magie, zegt ze zelf.'.

Mevrouw Les Mains stopt even. Denkt snel na, om met iets van onderdrukte grimmigheid te vervolgen met: 'Volstrekt eigenwijs... dat zou je d'r ook kunnen noemen'.

De vrouw blijft aan het begin van de winkel staan en duikt een rek met kledingstukken in.

'Een beetje een loner, dus?', constateert Janneke. 'Is ze wel te vertrouwen dan. Ze ziet er zo.... ', Janneke zwijgt. Ze kan het niet goed omschrijven.

Wat ze ziet is een lange slanke vrouw met lange blonde haren, een jas met panterprint, een zwarte catsuite en schoenen.... Janneke moet er even van zuchten. In gedachten. Hoge hakken en puntige neuzen. Dat ze er op kan lopen. En ook nog zo elegant als een kat.

Het is daarmee een heel andere verschijning dan mevrouw Les Mains, die meer iets van een gezellige rode huiskat in zich draagt, en Melchior van zojuist. Maar toch, op de een of andere manier... is deze mevrouw Kalia wel met hen verbonden.

'Een loner?', mevrouw Les Mains kijkt haar nadenkend aan. 'Zo zou ik haar nou niet direct willen noemen. Ze ligt erg goed bij haar leerlingen. Die lopen met haar weg. Al hangt misschien een zweem van eenzaamheid om haar heen.', en op fluistertoon gaat ze verder: 'Maar ze is niet alleen. Zij heeft een vriend'. En veelbetekenend kijkt ze Janneke aan. Met haast iets guitigs in haar blik.

'Ah, en is hij leuk?', vraagt Janneke bijna iets te hardop. En ineens is Janneke het hele verhaal van de inquisitie vergeten, want wat er nu op haar pad komt, doet haar journalisten-oren spitsen. Spanning en sensatie op het vlak van de liefde lijken aan bod te komen. En dat garandeert hoge lees-cijfers. Romantiek en zwijmelarijen. Met een magisch tintje. 'Gaan ze trouwen?', flapt Janneke er gretig uit.

'Nee, ze gaan niet trouwen', is mevrouw Les Mains ontnuchterende reactie. 'Het is wel flink aan tussen die twee, maar trouwen? Zij tweeen. Nooit van zijn leven niet'.

'Hoezo?', wil Janneke weten. 'Hebben ze dan allebei nog een ander? In ieder geval van haar zou je zoiets wel denken, als je haar zo ziet.'.

'Neeee, niet zoiets. Ze hebben het allebei gewoon te druk. Met hun werk. Zowel zij, als meneer Griffioen zijn erg plichtsgetrouw, als het gaat om hun werk.'.

'Meneer Griffioen?', vraagt Janneke gretig. 'Heet haar vriend meneer Griffioen?' Mevrouw Les Mains kijkt haar snel even aan: 'Ja, zo heet hij. Een absolute standing magier. Reist de hele wereld over om lezingen te houden over zijn kijk op wat er op dit moment op magisch gebied aan de hand is. Want er is van alles aan de hand, weet je. Dat hangt weer samen met wat ik je net vertelde, over de inquisitie. We leven nu in de tijd waarin alle magische mensen weer langzaam opkrabbelen. We beginnen een beetje op adem te komen. Hij begeleidt dat proces. Geeft mensen inzicht in waar ze vandaan komen. Spreekt ze moed in. Geeft aan dat als zij voorspellende dromen hebben, ontmoetingen met intergalactische collega's of mensen uit een vorig leven ontmoeten met herinnering en al, dat zij dan niet gek zijn, of gevaarlijk,  - de oude riedel van de inquisitie - maar dat dat natuurlijk is en bij hen hoort. Dat het goed is'.

'Zijn jullie er allemaal zo serieus mee bezig?', vraagt Janneke verbaast. 'Ik dacht dat dit allemaal onschuldige kermis was... Beetje handlezen. Wat prulletjes verkopen. Wierookje, muziekje, chai latte...'. De wenkbrauwen van mevrouw Les Mains gaan even heel ver omhoog. Zo hoog dat ze bijna onder haar haargrens verdwijnen. Janneke schiet nog net niet in de lach. 'Ik ben van 'TZalWel, weet je nog', ze herinnert mevrouw Les Mains er voor de zekerheid nog maar even aan.
'Ja, dat weet ik', zegt mevrouw Les Mains nuchter. Maar misschien met toch iets van teleurstelling in haar stem.

Mevrouw Les Mains haalt haar schouders op. 'Maar goed. Waar het op neerkomt, is dat mevrouw Kalia en Meneer Griffioen, ook al houden ze zielsveel van elkaar en beleven ze grootse en magische avonturen - het zijn immers magiers - toch apart blijven. En dat doet zichtbaar pijn. Ze dragen dat allebei met zich mee, en om zich heen', en iets van ouderwets sentiment drijft het gesprek binnen.

'De ellende is dat het beide van die grote magiers zijn. Die reppen met geen woord over wat er in hen omgaat. Dat houden ze voor zichzelf. Ze zijn  nogal trots. Zeg maar gerust, koppig. Allebei.'. Janneke kan duidelijk zien, dat dit mevrouw Les Mains niet zint.

'Haar handen mag ik ook al niet lezen', gaat ze op iets luidere fluistertoon verder. 'Ze is zelfvoorzienend, snap je. Helder van zichzelf en weet voor zichzelf voldoende over haar eigen pad. En dat maakt het zo lastig! Ik kan haar niet helpen! Maar ik wil haar zo graag helpen, want ik zie dat ze lijdt. Dat ze heel erg lijdt. Aan hem kan ik het niet zo zien. Hij is een gezien man en weet zich wel goed te houden. Maar zij. Het maakt haar eerder .. een beetje afschrikwekkend. En dat is zo zonde, want ze is zo leuk.'. Mevrouw Les Mains zucht. En Janneke voelt iets van sensatiezucht onder het medeleven van mevrouw Les Mains uitkomen.

Janneke vindt het een smeuiig verhaal. Al gelooft ze er eigenlijk geen woord van en heeft ze een klein beetje het gevoel zich plotseling in een soort dierentuin te bevinden. Een dierentuin waar je vanachter een overvolle tafel met allerlei prullaria ineens een magica in panterjas en met hele hoge hakken kan spotten. Alsof je op safari bent, en bijna uitgestorven dieren zomaar zonder verrekijker kunt bekijken.

Ze vindt het maar een beetje apart allemaal. Erg apart. Maar goed, daarom werkt ze ook bij 'TZalWel, en daarom is ze ook hier.

Verdere uitleg blijft uit, want de aandacht van mevrouw Les Mains is nu volledig gericht op de lange dame die hun richting op komt.

'Elvira, lieverd, wat Fijn jou te zien', zegt ze met een warme stem waar medeleven in doorklinkt. De lange dame loopt op mevrouw Les Mains af. De twee omhelzen elkaar. 'Goed dat je er bent, Elvira. Mag ik je voorstellen aan mijn gast. Dit is Janneke Druif. Van 'TZalWel'.

Een stralende lach breekt door op het gezicht van mevrouw Kalia. 'Wat leuk, 'TZalWel', nou, wat een eer jou een keer te mogen ontmoeten'. Janneke weet niet hoe ze het heeft. Deze dame zegt tegen haar dat het een eer is, haar te ontmoeten!? Terwijl zij... Janneke... welbeschouwd... tot de tegenpartij hoort.

'Eh... ja, leuk u te ontmoeten. Komt u hier vaak?', ratelt Janneke maar wat voor zich uit. Niet wetend wat ze deze mevrouw, waar ze toch een beetje bang van is, zou moeten ... of mogen... vragen.

Mevrouw Kalia blijft vriendelijk lachen, waarna ze zich tot mevrouw Les Mains richt. Met een in de oren van Janneke wel heel vreemde vraag:

'Zijn de Versteende Harten al binnen?'

Mevrouw Les Mains loopt gelijk door naar de toonbank. En zegt: 'Ja, loop maar mee'. Wat mevrouw Kalia zonder aarzelen doet. Tot verbazing van Janneke. Want haar hakken... die hakken! Daar zou een normaal mens niet op kunnen lopen. Zonder te wiebelen. En deze vrouw... Zonder mankeren loopt ze elegant de winkel door. Ze hoeft niet eens met haar armen te zwaaien, alsof ze een koorddanseres is die haar best moet doen om haar evenwicht te bewaren. Ergens hoog in de lucht.
Zonder om te vallen, loopt ze zomaar achter mevrouw Les Mains aan.

Janneke zucht nog maar eens. Lichtelijk jaloers, op zoveel elegantie. Zich stiekem in stilte afvragend hoe mevrouw Kalia's vriend er uit zou zien.

Maar van mevrouw Kalia's liefdesleven zijn ze inmiddels overgegaan op een nog veel raadselachtiger onderwerp: Versteende harten. Het enige dat Janneke nu weet te doen, is achter de twee dames aan lopen, benieuwd naar wat er daar bij de toonbank gebeurt.

Wordt vervolgd....


donderdag 28 januari 2016

Gruwels en waanzijn

Zodra Melchior uit het zicht verdwenen is, loopt mevrouw Les Mains naar een kast aan de rechter wand van de winkel. Een kast vol boeken. Vol in de zin van Vol. Stapels en stapels. Boeken met nieuwe kaften, met oude kaften. Boeken met scheuren en kaarsvet spetters. Boeken met glanzende kaften, op het glossy af.

Boeken, boeken, boeken.

'Hebbes', hoort ze mevrouw Les Mains zeggen. Ze haalt een klein oud zwart boekje tevoorschijn. 'Het Libellum de Inquisition. Het boekje van de inquisitie. Een duivels dingetje'.

'Duivels?', herhaalt Janneke. 'In de zin van een sikje, bokkenpootjes en een staart?'.

'Nee nee', mevrouw Les Mains kijkt haar gehaast aan, 'nee, in geen geval. Waar je het nu over hebt, is Pan, in het Grieks. Cernunnos, in het Keltisch. De god van het woud, in beide tradities. De Vader-god'.

'En waar blijft de duivel dan?', Jannekes gezicht staat op afkeurend. Want, waar komt dit nou allemaal weer vandaan? Pan, oke, die hoorde bij de Grieken. Ooit geleerd op school. Toen de leraar Maatschappijleer het plotseling op zijn heupen kreeg en de herkomst van religie wilde aantonen. Niemand die er wat van snapte. Maar goed. En Cernunnos. Da's zeker weer wat moderns. Of ouds. In een modern jasje... Ja ja... T Zal Wel.

Ze besluit haar gedachten niet te delen. Ze zou ze opschrijven. Thuis. Strakjes. Mooi voor in haar artikel.

En hoewel mevrouw Les Mains van alles naast zich voelt gebeuren, besluit ze zich voor het moment te richten op het boekje dat zij vasthoudt. Ze slaat het open op een willekeurige bladzijde en leest:

Libellum de Inquisition, Exorcismus.
'Dit boekje werd ten tijde van de inquisitie gebruikt door de inquisiteurs om duivels uit te drijven', begint ze.

'Duivels? Maar je zegt net dat die niet bestaan!', roept Janneke uit.

'In ons pantheon niet, nee. Wij erkennen de duivel niet, omdat die niet voortkomt uit ons wereldbeeld', legt mevrouw Les Mains geduldig uit. 'Wij zijn nooit mee gegaan in de scheuring die in de Middeleeuwen is aangebracht in de Levenskracht. Die bestaat namelijk uit alle facetten. Alle kleuren van de regenboog. Lichte tinten en donkere tonen. Alles hoort erbij en bij elkaar. Maar, zodra de inquisitie kwam, werd hier een scheuring in aangebracht. Een scheuring tussen Goed en Kwaad. Licht en Donker.

Wij gaan daar niet in mee. Alles is immers 1. Een energie. Een kracht. Levenskracht'.

'Ja, maar zo kan iedereen de wereld wel naar zijn hand zetten', werpt Janneke tegen. 'Een duivel is een duivel, of je er nu in gelooft of niet. Ikzelf geloof er niet in. Ik geloof helemaal nergens in. Wel zo makkelijk.'. Janneke weet nog net een gnuif te onderdrukken.

'Dat is nou precies wat er gebeurd is', roept mevrouw Les Mains uit. 'Iedereen kan de wereld naar zijn hand zetten. En als je genoeg geld, of juist een gebrek aan middelen, hersenspoeling en angst in zet, dan zijn de mensen bereid om te geloven wat je wilt dat ze geloven. Als je die hersenspoeling voortzet via alle kanalen die macht vertegenwoordigen in een samenleving, dan moet je een knappe jongen of meid zijn om onder die druk uit te komen. Om Niet mee in de pas te gaan lopen. Als het dan ook nog eens je leven kan kosten als je niet mee doet... dan ... tja... dan rest je niets anders dan ... in de pas mee te lopen'.

'Doel je nu op wat er gebeurt in Noord-Korea?', vraagt Janneke, denkend aan de beelden die onlangs uit dat hermetisch afgesloten land zijn gesijpeld.

'Noord-Korea is wat werkwijze betreft het moderne voorbeeld. Het IS-gebied. Zelfde methodieken. Daarom zei Melchior net... Het is er nog steeds. Ook dichterbij huis. Macht, middelen, of een gebrek aan middelen en boven alles Angst. Dat zijn de ingredienten van mensen die vanuit hun Gruwels en Waanzijn macht willen hebben. Zij zaaien angst, dood en verderf en gaan ondertussen....'.

'... zelf lekker champagne zitten drinken'.

'Ja, bijvoorbeeld. In het geval van Noord-Korea, ja. Bij IS ligt dat net weer iets anders. Voor zover we nu kunnen overzien. Daar zit, net als bij de inquisitie, religieus fanatisme achter. En ook hier een heeeeel erg ongezond Vrouw-Beeld. Het verschil met de inquisitie is dat de inquisitie een decadente kant had. Een heel erg decadente kant. Het instituut dat achter de inquisiteurs stond, was naast macht en aanzien ook uit op geld en goederen'.

Mevrouw Les Mains kijkt Janneke onbewogen aan, om te vervolgen met haar redenering:

'Aan Noord-Korea kan je zien wat onderdrukking van drie, vier generaties met mensen doet. Ze vervallen in devotie, in dit geval voor 'hun' leider. Een devotie die gekoppeld is aan onderdrukking, en niet voortkomt uit een rijk innerlijk gevoelsleven. Het gevoelsleven van deze mensen is hoogst waarschijnlijk dood. Daardoor zijn ze alleen nog maar bestuurbaar door impulsen van buitenaf. En omdat dat via angst- en afhankelijkheidsimpulsen gebeurt, vindt er geen groei plaats, maar verval'.

Tot zover kan Janneke haar volgen.

'Als je dan bedenkt dat de inquisitie een aantal eeuwen zijn werk heeft kunnen doen, dan kun je ook bedenken hoe veel mensen er in onze contreien - innerlijk gezien - aan toe zijn'. Janneke kijkt op. 'Bedoel je dat je ons met de Noord-Koreanen kan vergelijken? Maar, wij hebben het toch veel beter!'.

'Fysiek gezien ontbreekt het ons aan niets. Voeding, kleding, woningen, gezondheidszorg, onderwijs, veiligheid, vrijheid van meningsuiting, noem maar op. De peilers van een beschaafde samenleving. Ze zijn allemaal voorhanden. Wat er bij een groot deel van de mensen echter ontbreekt, is het contact met het innerlijke leven. Ook de meesten van ons Westerlingen leven - Onder Invloed van de trend die in de donkere Middeleeuwen is ingezet - buiten onszelf. De meesten van ons staan niet in contact met ZichZelf, maar leven op basis van impulsen die van buitenaf komen. Werk, familie, het nieuws - en dan vooral Wat er getoond wordt - , trends die gevolgd 'moeten' worden', mevrouw Les Mains is haast niet te stoppen. 

'Is dat erg dan?', snel gooit Janneke haar vraag tussen het plotselinge spervuur aan informatie, dat uit de vrouw tegenover haar komt. Alsof er zojuist op een geheim knopje is gedrukt, bij het aanraken van het duistere boekje dat ze in haar handen houdt.

Mevrouw Les Mains is even stil. Heeft ze gevoeld, wat Janneke dacht? Over het plotselinge spervuur van informatie? Of peinst ze gewoon even voor zich uit, terwijl ze nadenkt over Jannekes vraag. Hoe het ook zij, ze pakt haar draad al snel weer op.

'Is dat erg?', herhaalt mevrouw Les Mains in gedachten, om daarna de gedachtestroom die op gang komt te delen: 'Er kan een dag komen waarop het innerlijk doorbreekt. Dat kan, als je erg ver buiten jezelf staat, een heel ingrijpende gebeurtenis zijn. Die heel je leven op zijn kop zet. Als je je dan ook nog eens in een omgeving bevindt, waar men niet Door heeft dat men buiten zichzelf leeft, conservatief is en kostte wat kost de situatie zoals die is, wil vasthouden, dan krijg je het heel erg zwaar te verduren. Daar kun je zelfs aan sterven. Als je niet genoeg van jezelf houdt.
En daarbij, alle problemen waar we nu wereldwijd tegen aan lopen, komen voort uit het feit dat we niet meer verbonden zijn. Niet met onszelf en vanuit onszelf niet meer met elkaar en onze natuurlijke omgeving. Onze innerlijke aansturen, daar waar de magie ligt, zijn velen van ons kwijt. Daardoor voelen zoveel mensen zich leeg, koud, stuurloos, onvervuld en eenzaam. Depressie, burn out en allerhande ziekten liggen dan op de loer. Of dit erg is.... Ja, ik denk het wel. Want, het betreft en raakt ons allemaal.'.

Plotseling ge-irriteerd, veert Janneke op: 'En dat allemaal omdat de inquisitie een paar eeuwen geleden een paar mensen op de brandstapel heeft gezet? Nou, ik zou zeggen, dat is Zooo lang geleden. Tijd heel alle wonden. Oud verdriet slijt met de tijd. En zo zijn er nog wel een paar dingen te bedenken. Get over it!'.

Mevrouw Les Mains haalt haar schouders op, maar voor ze het erbij laat zitten, neemt ze Janneke nog een stapje verder.

'Het was niet alleen het uitroeien van mensen, wat het zo erg maakte. Het ging om het uitroeien van een gedachtegoed. Het hele doel van de inquisitie was: De Magie uitroeien. De persoonlijke magie van de individuele mens. De magie die je onafhankelijk maakt van een instituut. De magie die je helpt jezelf te ontwikkelen. Om tot je volle potentie te komen. De magie die je naar binnen brengt. In JeZelf. De plek waar je de Ander tegenkomt en waar je in verbinding staat met alles wat leeft, ademt, groeit, lief heeft. Dit in plaats van naar een hoogwaardigheidsbekleder te luisteren die het je allemaal wel even verteld. Alle mensen die dat gedachtegoed in zich droegen, leefden, werd letterlijk het vuur aan de schenen gelegd. En dit waren nou juist de mensen die vanuit hun eigenheid op een gezonde manier, vanuit liefde, sturing konden geven, met elkaar aan de wereld.'.

Mevrouw Les Mains peilt even de emoties bij de jonge vrouw naast haar. Janneke vindt het wel even genoeg. Ze weet niet wat ze er van moet denken. Om er maar van af te zijn, kijkt ze naar het grimmige zwarte boekje en leest: 'Exorcismus'. Ze denkt even na. 'Dat is .. duivels uitdrijving toch? Van de film. The Exorcist. Heb je die gezien? Slaat nergens op. Ook al zulke onzin'. Ze haalt haar schouders op. 'Wat maken mensen zich druk! Om zelfverzonnen ideeen! Kunnen ze dan zelf niet even nadenken hoe de dingen zitten'.

'Sommige mensen vinden het prettig als ze niet zelf hoeven nadenken'.

"Hoezo?', roept Janneke uit.

'Omdat ze er niet genoeg energie voor hebben. Of een laag zelfbeeld.'.

'Stom', besluit Janneke.

'Ja, stom, heel erg stom. En gevaarlijk', valt mevrouw Les Mains haar bij.

Janneke kijkt haar plotseling aan. Stil. Peinst even. Zuigt op haar onderlip. Kijkt mevrouw Les Mains opnieuw even aan. 'Wat apart is het', bedenkt ze zich, 'dat we het elke keer, uiteindelijk, ondanks onze verschillen ... toch eens zijn met elkaar'. 


Wordt vervolgd.....

woensdag 27 januari 2016

Het Libellum de Inquisition

Ze laten het onderwerp van de opvolging rusten. Drinken rustig hun chai latte op en begeven zich weer terug naar het winkeltje.

Net op dat moment gaat de bel van de winkel. Een al wat ouder heerschap komt de winkel binnen. 'Melchior!', roept mevrouw Les Mains enthousiast. 'Manuela', zegt hij met warme stem. 'Kind, wat goed je weer te zien'. Hij komt op mevrouw Les Mains af en schudt haar de hand.

Nu hij zo dichtbij staat, krijgt Janneke mooi de kans deze meneer eens even goed te bekijken. Het is een opvallende verschijning. Zo iemand die je niet elke dag voorbij ziet komen. Tenminste, niet op de plek waar Janneke woont.

Deze meneer heeft een flinke bos grijs haar en bakkebaarden tot half op zijn wangen. Het staat wat ouderwets, maar op de een of andere manier past het bij hem. Ze kijkt naar zijn groene wollen jas en zijn geel rood geruite baret met rode pompoen.

Op de een of andere manier passen mevrouw Les Mains en deze Melchior wel bij elkaar. Alsof ze ... tja... familie zijn, ofzo. Janneke kan haar vinger er niet opleggen en besluit aandachtig te luisteren naar hun gesprek. Net op dat moment hoort ze haar naam noemen.

'Ah, Janneke Druif, van 'TZalWel', wel, aangenaam', de man die met Melchior wordt aangesproken, steekt zijn hand naar haar uit. Waarop Janneke haar professionele journalistenhouding weer terug weet te vinden.

'Janneke Druif, journalist bij 'TZalWel'. Ik ben vandaag bij mevrouw Les Mains te gast'.

'Om aan te tonen dat wat zij doet onzin en kwakzalverij is', bromt Melchior met vriendelijke twinkelogen. 'Nou, pas maar op, kind, want mevrouw Les Mains kan rare dingen met je doen. Als je niet op past, verlaat je deze winkel als Kikker. In plaats van als ... ehm... wel... wat je nu bent'.

Janneke besluit zulke flauwigheid maar te laten voor wat het is en zegt zakelijk:  'En u bent? Haar vader?'

'Ehm, wel, nee. Ik ben Melchior Adelhart. Klant van mevrouw Les Mains. Ik koop hier allerhande waren voor mijn praktijk en ook voor dagelijks gebruik. En, ik laat natuurlijk regelmatig mijn handen lezen door deze kundige, zeer kundige, handlezeres'.

De liefdevolle blik van mevrouw Les Mains naar deze meneer Adelhart ontgaat Janneke niet.

'Maar, zeg, nu we het toch over toveren hebben, je laat toch zeker ook wel een aantal van je artefacten zien, niet?'. Mevrouw Les Mains knikt. 'Kind, doe me een plezier, en neem haar dan ook even mee terug naar het verleden. Toon haar, als ik je een welgemeend advies mag geven, toon haar het 'Libellum de Inquisition'. Je hebt daar toch een exemplaar van liggen hier? Of heb je dat inmiddels van de hand gedaan?'.

'Dat ligt hier nog, Melchior. Veilig en wel'.

'Wat is dat voor iets? De Libelle van de Inquistion?', Jannekes blik staat op scherp. Hier valt iets te halen. Misschien wel een scoop.

Melchior kijkt haar even aan: 'Het boekje van de inquisitie. Voer voor psychologen.'.

'Manuela, kind, toon haar dat en vertel haar dat de sceptische houding die voort vloeit jegens alles naar wat magisch is en ... tja, zogenaamde onbegrijpelijk voor de menselijke geest... nog steeds de doorwerking is van wat er is neergezet ten tijde van de inquisitie'. 

Even tuurt hij de verte in. Alsof hij daar iets ziet. Janneke kijkt ook. Maar ziet niets. Niets van betekenis.

Dan richt Melchior zijn doordringende blik op Janneke. En Janneke voelt zich ineens klein worden. Alsof hij haar doorziet. Alsof  hij nu op dit moment, nu hij naar haar kijkt, al haar gedachten, geheim en minder geheim, weet bloot te leggen.

Ze voelt zich krimpen onder zijn blik.

'Hmmm, je hoeft niet bang te zijn, hoor, Janneke. Niet voor mij. Er loeren grotere gevaren. In het verleden loerden ze nog feller. Hun kracht is aan het afnemen. Maar toch, wees alert, jongedame. Bedenk goed, wie je bedient!'.

Om vervolgens geheel terug te keren naar het hier en nu en te vervolgen met:

'Ik laat je nu, Manuela. Ik kom later wel terug. Ik laat jullie dames. Gegroet!'.

Nog even blijven mevrouw Les Mains en Janneke staan kijken naar de nog na klingelende bel, nadat de deur al gesloten is en Melchior met een vrolijk wiebelende pompoen op zijn hoofd in de mensenmenigte verdwenen is.

En Janneke kan het niet laten om, ondanks zijn indringende waarschuwing, die voor haar zo volstrekt nietszeggend is, te denken.... 'T Zal Wel!'.


Wordt vervolgd....

dinsdag 26 januari 2016

De Vingerafdruk van de Opvolger

Zodra ze de deur achter de toonbank door zijn, bevinden ze zich in een andere wereld. Van de winkel zijn ze in de keuken gestapt. Een gezellige ouderwets aandoende woonkeuken. Met een roomkleurig gasfornuis op de plaats waar ooit een grote open haard geweest moest zijn. Op het fornuis staat een pannetje te pruttelen dat heerlijk ruikt. Kruidig, exotisch.... Chai latte.

'Ga lekker zitten', een uitnodigend gebaar naar de houten tafel in het midden van de keuken.
Janneke gaat zitten.

Zonlicht valt door de ramen die uitzicht geven op een oud aandoende stadstuin. Musjes vliegen af en aan. Koolmeesjes hangen ondersteboven aan een rits pindanootjes.
Janneke glimlacht. 'Wat gezellig'.

Mevrouw Les Mains schenkt de chai latte in en schuift Janneke een warme mok toe. Nadat ze zelf is gaan zitten, reikt ze met haar eigen mok naar die van Janneke en zegt: 'Proost'. Janneke grinnikt. 'Proost'.

Even is het stil.
Op het gekwetter van de musjes dat van buiten doordringt naar binnen, na.

'Waar wil je het over hebben?', vraagt mevrouw Les Mains na een tijdje. Waarop Janneke zich ineens bedenkt waarvoor ze hier is. Ze is een vrouw met een missie. En wel een hele stevige. Namelijk:

'Aantonen dat alles wat hier te vinden is en gedaan wordt, volstrekte onzin is'.

Punt.

Mevrouw Les Mains glimlacht. Alsof ze begrijpt wat er in Janneke omgaat.
Ze drinkt rustig van haar chai latte en wacht af.

Janneke vuurt haar eerste vraag op haar af: 

'Hoe bent u er toe gekomen te doen wat u doet?'

Mevrouw Les Mains zet haar kopje neer. En herhaalt peinzend: 'Hoe ben ik er toe gekomen te doen wat ik doe?'

'Ehmm.... Tja... Weet je dat ik dat eigenlijk niet weet?'

'T Zal Wel!', roept Janneke uit. 'Dat kan ik me nou echt niet voorstellen. Een mens weet toch wel wanneer die met iets begonnen is! Er is toch altijd een soort beginnetje. Dat was bij mij ook. Ik ben begonnen toen ik klaar was met de school van Journalistiek. Ik reageerde op een advertentie uit een blaadje van dat mijn vader leest. Hij liet me die advertentie zien en zei: 'Kijk, dat is nou echt wat voor jou. Ze zoeken een journalist bij 'TZalWel!'.

En zo kwam het'.

Mevrouw Les Mains knikt. Voorzichtig. Bedachtzaam.

'Kijk', begint ze dan, net op het moment dat Janneke weer verder wil gaan.
'Het zit zo... Zoals je op de voorruit van de winkel kunt zien, zitten we hier al sinds 1173'.

Even is ze stil.

'Dat betekent dat we hier al lang, heel lang, zitten'.

'Ja?', is het enige dat Janneke enigszins vragend weet te zeggen.

'Als je ergens zolang zit, dan is het soms moeilijk te bedenken hoe het ook al weer begonnen is. Het enige dat ik ervan kan zeggen is: 'Het is op een dag begonnen en daarna niet meer gestopt. Zodoende zijn we hier nog steeds'.

'U heeft het over 'ons en 'wij'. Wie werkt nog meer hier dan?', is Jannekes verdiepende vraag. Want, afwachten wat er komen gaat, heeft naar haar idee niet zoveel zin. Dit antwoord is veel te vaag. 'Zoals alles hier nogal vaag is', denkt ze er stilletjes bij.

'Wie hier nog meer werken? Mijn voorouders en ik'.
'Goed, het is dus een familiebedrijf', constateert Janneke.
'Ja, in zekere zin wel, maar ik werk hier op het moment alleen. Ik heb geen kinderen die het van me over kunnen nemen'.
'Owkee, dus u bent de laatste?', vuurt Janneke gedreven op mevrouw Les Mains af.
'Niet per se. Het is al eens eerder voorgekomen in  de geschiedenis dat een telg de laatste was, maar daar is altijd op het moment dat het nodig was een draai aan gegeven. Vandaar dat we hier nog steeds zijn'.
'Maar u bent dus niet allemaal familie van elkaar? Want als de erfopvolging onderbroken wordt, dan ben je geen familie meer', constateert Janneke op zakelijke toon.
'Al mijn voorgangers en ik... Wij zijn allemaal familie'.
'Maar, u zegt net zelf dat u geen kinderen hebt die het over kunnen nemen. Hoe zit dat dan?', de toon wordt, onder invloed van Jannekes groeiende scepsis, scherper.
'Er is nog een andere lijn van opvolging. Familie is in onze beleving meer dan het hebben van een bloedband alleen'.

Janneke valt even stil. En denkt na. 'Hoe zit dat dan?'

't Zit 'm in de handen', antwoordt mevrouw Les Mains, 'de handen geven je het antwoord. Met name de wijsvinger van de dominante hand. De vertelt je waar te gaan. Waar te kijken. Of juist... af te wachten. Meestal is dat het beste'. 

Janneke pent ijverig het antwoord neer. Terwijl haar wenkbrauwen een centimeter omhoog gaat: 'De vingerafdruk van de dominante hand en afwachten'.

Ondertussen kan ze het niet laten een vraag af te vuren:

'Hoe zit dat dan?'.

En daarop haalt mevrouw Les Mains iets te voorschijn uit de la van de keukentafel. Iets dat Janneke niet direct had verwachten. Ze kijkt daarom nog maar eens goed. Krabbelt zich even achter haar oor en flapt er hogelijk verbaast uit: 'Wat is dat?'

Mevrouw Les Mains legt het voorwerp op de tafel voor zich. Een stukje verweerd hout, aangetast door de tijd en viezigheid. Met daarop een kwakje was waarin een vingerafdruk staat.

'De Vingerafdruk van de Opvolger, gemaakt in het jaar 1173 door de oprichter van deze winkel', kondigt mevrouw Les Mains aan.

'Da's oud...', is het enige dat ze weet te zeggen.
'Ja, best wel', mevrouw Les Mains schiet in de lach.
'Kijk, op het moment dat het tijd wordt om over opvolging na te denken, komt dit voorwerp op tafel. Dit gebeurt, als het om opvolging gaat, altijd op een natuurlijke manier.

'Zoals nu', proest Janneke, 'dus ik ben je opvolger.

Mevrouw Les Mains zegt niets. Ze kijkt Janneke aan. Aandachtig. Vanuit stilte.

Janneke echter gaat verder alsof ze op een paard zit dat ineens in galop is gegaan. Ideeen bestormen haar vanuit het niets. Ze ziet het helemaal voor zich.

'Nou, ik moet zeggen. Je zit hier op een mooi plekje. t Is hier gezellig en sfeervol. Ik zou hier gelijk een cafeetje van maken. Mooi terras in de tuin aanleggen.'.

Mevrouw Les Mains ziet het voor zich en schiet in de lach. 'Met chai latte en roze', mijmert ze even met Janneke mee. 'Ja', veert Janneke op. 'Met chai latte en roze. En latte machiatto en... mmmm, ik zie dat wel zitten. Doe je mee? Doeken we dit hier op. Dit pand heeft mega veel mogelijkheden. Je zit hier perfect. Dan noemen we het 'In de vergulde hand', als eerbetoon van het verleden'.

De glimlach van mevrouw Les Mains beteugelt echter haar brainwave. Weer die glimlach. Niet gemeen. Niet vriendelijk. Gewoon een glimlach.

Maar waarom bezorgt een gewone glimlach haar kippenvel? Onwillekeurig wrijft ze met haar hand over haar arm. Ze rilt even. Trekt haar schouders op. En denkt:

'Nou ja, daar doet ze toch niet aan mee.... Whatever... 'T Zal Wel'.

Maar dat is dan ook de titel van het blad waar ze voor werkt. Dus, komt het eigenlijk wel mooi uit. Dat ze zo denkt.....


Wordt vervolgd....

maandag 25 januari 2016

De Fles van de Verloren Piraat

Tussen Hier en Daar bevindt zich, tussen de hoedenmaker en de sleutelmaker, een winkeltje. Een winkeltje met op de etalageruit in zwierige gouden letters het opschrift:

Manuela Les Mains
Handlezeres & Magische Artefacten
Sinds 1173


Daar bevind ik me op dit moment.
Mijn naam is Janneke Druif en ik ben journalist voor het blad 'TZalWel!'. 

Vandaag ga ik langs bij mevrouw Manuela Les Mains om eens na te gaan wat zij zoal... aan de man brengt. Of ... probeert te brengen. Want... Nu ik zo voor de winkel sta en de tekst op de etalage lees, is het eerste dat bij mij op komt:

'T Zal Wel!'

En, dat is de naam van ons prachtige blad... dus... ben ik op het goede spoor!

Allez, on y va. Naar binnen met de geit.

De bel klingelt opgewekt.
Zachte pianomuziek.

Janneke kijkt om zich heen. 
En ziet van alles dat haar niet bekend voorkomt. Of, wat haar wel iets zegt, maar waarvan ze geeen idee heeft waarvoor het is en waarom het hier hangt of staat.

Zachtjes mompelt ze: 'Ik ruik iets... Ehm... doet me denken aan een kerk in Frankrijk....
Zo eentje die je alleen aandoet als je op vakantie bent en waarvan je, zodra je er binnenstapt, denkt:
'T Zal Wel!'. Waarna je snel weer naar buiten glipt. Gelukkig is er meestal wel een terras aan de overkant van de kerk. Snel een glas rose om de muffe nasmaak weg te spoelen... want gottegot, wat zijn die oude gebouwen vaak muf.
Nou, dat muffe hangt hier dan net niet, maar het ruikt er verder wel net zo.
Hoe heet dat spul na ook weer.....
Wierook!
Dat was t'.

Jannekes scherpe journalistenblik tuurt het winkeltje door. Op zoek naar de eigenaresse. In stilte gaan haar gedachten verder.

'Zo, nu even kijken waar mevrouw Les Mains is... hahaha... Les Mains. Betekende dat niet Hand, ofzoiets... t Zal toch niet zo zijn dat deze mevrouw Hand heet en ook nog handlezeres is... Dat heeft ze dan vast zo verzonnen.

Daar zie ik wat.
Ah, als dat haar niet is. Dat kan bijna niet missen. Ja, hoor, precies zoals ik het had gedacht. Precies, maar dan ook precies. Da's ook toevallig. Wat grappig'.

Een vriendelijke stem dwarrelt hartelijk de winkel door:

'Daar ben je. Wat gezellig. Welkom. Jij bent Janneke, is het niet? Janneke Druif'. 

Janneke ziet een dame die nog het best omschreven kan worden, als weelderig. Lange rode haren glanzen warm in het licht van de glas-in-lood olielamp waar ze net langs loopt. Een uitgestoken hand en rinkelende armbanden. Een wijde rok met stroken. Een gehaakte omslagdoek. Gypsy stijl bij uitstek.

Janneke haalt even diep adem, wil eigenlijk een stapje achteruit doen, maar ... krijgt daar de kans niet voor. Manuela Les Mains heeft haar hand al te pakken en schudt deze enthousiast.

'Wil je iets drinken? Waar heb je zin in. Koffie, muntthee, citroenthee, kamillethee, chai latte. Of gewoon water. Dat kan ook. Of... Oh, wacht even... Ik ga weer eens te snel'. En een klaterende lach daalt op  Janneke neer. 'Wen eerst maar even, dan maak ik in de tussentijd iets lekkers klaar'.

En mevrouw Les Mains zeilt terug naar waar ze vandaan kwam. Ze glipt een openstaande deur door, net achter de toonbank. 

Janneke volgt haar voorzichtig, terwijl ze oplettend om zich heen kijkt. 'Pfff, wat ligt hier een hoop zooi, zeg', blaast ze zachtjes voor zich uit. 'Allemaal stenen, beeldjes'. Ze buigt ze voorzichtig over de dichtsbijzijnde tafel en vervolgt: 'Een spel kaarten met plaatjes... Wat zal dat zijn. Kwartet?'. Ze haalt haar schouders op: ''T zal wel'. Ze snuffelt verder, ineens toch even gegrepen door een raadselachtig soort nieuwsgierigheid. 'Een lege fles.... Haha... Mevrouw Les Mains lust vast ook wel een rozeetje. Hoewel... er zit een papiertje in... Wat is dat nou weer voor iets. Zometeen eens even vragen'.

En dat zometeen komt sneller dan mevrouw Druif had verwacht, want binnen een tel staat mevrouw Les Mains weer naast haar. 'Weet je al wat je wilt drinken? Ik heb de chai latte op staan, die kan even pruttelen, maar als je iets anders wilt, kan dat ook'. 'Chai latte is prima', zegt Janneke, terwijl haar gedachten bij de lege wijnfles zijn. 'Wat is dat voor iets?', vervolgt ze dan ook snel, en wijst de lege fles aan, waar een papiertje in zit.

Mevrouw Les Mains glimlacht en pakt de fles voorzichtig op. Ze houdt 'm tegen het licht en tuurt naar de inhoud. 

'Dit', vervolgt ze, 'is de Fles van de Verloren Piraat'. 

Janneke vervalt terug in haar oude patroon en zegt: 'Jaja, T Zal Wel'. 
Mevrouw Les Mains verschuift haar blik van de fles naar Janneke en glimlacht. Een raadselachtige glimlach. Een glimlach die niet gemeen is, maar ook niet vriendelijk. Gewoon, een glimlach. Maar, hoe gewoon is gewoon is het domein van Manuela Les Mains....

'Waarom', vraagt Janneke zich dan ook af, 'waarom... krijg ik kippenvel van een glimlach. Een gewone glimlach?'. Ze wrijft onwillekeurig met haar hand over haar arm en rilt even. 
Mevrouw Les Mains ziet het, maar zegt niets.
Met zachte stem gaat ze verder:

'De fles van de Verloren Piraat is een magisch artefact. Het is een voorwerp dat je helpt bij het hervinden van je eigen innerlijke verloren piraat. Bestemd voor mensen die zich onbestemd voelen, niet weten wat ze zoeken en al helemaal niet Waar ze het zoeken moeten. De mensen die hun innerlijke koers kwijt zijn. Het gevoel hebben gestrand te zijn op een eiland, geisoleerd, afgesneden van alles en iedereen.... en het meest nog... van ZichZelf'. 

Ze geeft de fles aan Janneke, die bedachtzaam staat te luisteren, plotseling bevangen door de zachtheid van de raadselachtige vrouw tegenover haar. Een vrouw die er uitziet als een gewoon mens, maar tegelijkertijd iets lijkt te vertegenwoordigen... Iets van lang geleden. Duizenden jaren oud... wat verloren was... onderdrukt.... Een oud verlangen.....

Janneke pakt de fles aan, terwijl mevrouw Les Mains verder praat en in de richting van de deur achter de toonbank loopt. 

'De fles van de Verloren Piraat helpt je op te staan. Overeind te kruipen. Het is een kracht die je in contact brengt met het stukje in jezelf dat denkt, zegt en roept bij alles wat een ander je vertelt of op probeert te leggen...'. 

Dan stopt ze. Ze draait zich om. Doet een stapje in de richting van Janneke. Kijkt haar diep in de ogen. Is even stil. En terwijl ze zegt:

'T Zal Wel!'.

Beweegt Janneke haar lippen zachtjes mee: 'T Zal Wel!'.

En ineens maakt mevrouw Les Mains haar ogen los van die van Janneke en zegt op luchtige allerdaagse toon: 'Maar, volgens mij sta je in voldoende mate in contact met je innerlijke piraat, dus jij hebt deze fles niet nodig'.

Janneke knippert met haar ogen. Zet de fles terug. En loopt monter achter mevrouw Les Mains aan. Op naar de chai latte.

De Fles van de Verloren Piraat



 Wordt vervolgd......